Niederländisch » Deutsch

gips·vlucht <gipsvlucht|en> [ɣɪpsflʏxt] SUBST f

duik·vlucht <duikvlucht|en> [dœykflʏxt] SUBST f

bruids·jurk SUBST f

bruidsjurk → bruidsjapon

Siehe auch: bruidsjapon

bruids·ja·pon <bruidsjapon|nen> [brœytsjapɔn] SUBST m

bruids·boe·ket <bruidsboeket|ten> [brœytsbukɛt] SUBST nt of m

bruids·kleed SUBST nt

bruidskleed → bruidsjapon

Siehe auch: bruidsjapon

bruids·ja·pon <bruidsjapon|nen> [brœytsjapɔn] SUBST m

bruids·stoet <bruidsstoet|en> [brœytstut] SUBST m

glij·vlucht <glijvlucht|en> [ɣlɛivlʏxt] SUBST f

lijn·vlucht <lijnvlucht|en> [lɛinvlʏxt] SUBST f

bruids·paar <bruids|paren> [brœytspar] SUBST nt

bruids·ja·pon <bruidsjapon|nen> [brœytsjapɔn] SUBST m

bruids·meis·je <bruidsmeisje|s> [brœytsmɛiʃə] SUBST nt

brui·loft <bruiloft|en> [brœylɔft] SUBST f

zweef·vlucht <zweefvlucht|en> [zweflʏxt] SUBST f

1. zweefvlucht (met stopgezette motor voortzweven):

2. zweefvlucht (vlucht met een zweefvliegtuig):

scheer·vlucht <scheervlucht|en> [sxervlʏxt] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski