Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „invoelbaar“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

voel·baar: Adjektiv und Adverb
in·vor·der·baar: Adjektiv und Adverb
on·tel·baar: Adjektiv und Adverb
on·deel·baar: Adjektiv und Adverb
on·voor·stel·baar: Adjektiv und Adverb
deel·baar: Adjektiv und Adverb
re·gel·baar: Adjektiv und Adverb
han·del·baar: Adjektiv und Adverb
mid·del·baar: Adjektiv und Adverb
on·han·del·baar: Adjektiv und Adverb
on·wan·kel·baar: Adjektiv und Adverb
on·be·stel·baar: Adjektiv und Adverb
her·stel·baar: Adjektiv und Adverb
prik·kel·baar: Adjektiv und Adverb
ver·stel·baar: Adjektiv und Adverb
on·her·stel·baar: Adjektiv und Adverb
uit·wis·sel·baar: Adjektiv und Adverb
in·voe·gen: Verb
in·voe·ren: Verb
in·voe·ging: Nomen

Meintest du vielleicht: voelbaar , invorderbaar , ondeelbaar , ontelbaar , onvoorstelbaar , middelbaar , handelbaar , regelbaar , deelbaar , onbestelbaar , onwankelbaar , onhandelbaar , verstelbaar , prikkelbaar , herstelbaar , uitwisselbaar , onherstelbaar , betaalbaar , haalbaar , voorstelbaar , voorspelbaar , bemiddelbaar , invoeging , invoeren und invoegen

voel·baar [vulbar] ADJ

1. voelbaar (voor het gevoel waarneembaar):

2. voelbaar (als pijn, druk waarneembaar):

3. voelbaar übtr:

de gevolgen worden voelbaar

die Folgen werden spürbar

in·vor·der·baar [ɪnvɔrdərbar] ADJ

invorderbaar

invorderbaar

on·tel·baar [ɔntɛlbar] ADJ

on·deel·baar [ɔndelbar] ADJ

1. ondeelbaar (niet deelbaar):

2. ondeelbaar (zeer klein):

on·voor·stel·baar [ɔnvorstɛlbar] ADJ

onvoorstelbaar

deel·baar [delbar] ADJ

re·gel·baar [reɣəlbar] ADJ

han·del·baar [hɑndəlbar] ADJ

1. handelbaar (gemakkelijk te hanteren):

2. handelbaar (stoffen):

3. handelbaar (personen, dieren):

mid·del·baar [mɪdəlbar] ADJ

mittlere(r, s)

school voor middelbaar beroepsonderwijs

Fachoberschule f

school voor middelbaar beroepsonderwijs

Berufsoberschule f

een plaats van middelbare grootte

ein mittelgroßer Ort

een man van middelbare leeftijd

ein Mann mittleren Alters

middelbaar onderwijs

weiterführende(r) Unterricht m

een leerling van het middelbaar onderwijs

middelbare scholen

weiterführende Schulen Pl

on·han·del·baar <onhandelbare, onhandelbaarder, onhandelbaarst> [ɔnhɑndəlbar] ADJ

1. onhandelbaar (personen):

onhandelbaar

2. onhandelbaar (zaken):

onhandelbaar

on·wan·kel·baar [ɔnwɑŋkəlbar] ADJ

on·be·stel·baar [ɔmbəstɛlbar] ADJ

onbestelbaar

een onbestelbare brief

ein unzustellbarer Brief

her·stel·baar [hɛrstɛlbar] ADJ

herstelbaar

wiederherstellbar

herstelbaar

herstelbaar

prik·kel·baar <prikkelbare, prikkelbaarder, prikkelbaarst> [prɪkəlbar] ADJ

prikkelbaar

ver·stel·baar [vərstɛlbar] ADJ

verstelbaar

on·her·stel·baar [ɔnhɛrstɛlbar] ADJ

uit·wis·sel·baar [œytwɪsəlbar] ADJ

uitwisselbaar

in·voe·gen¹ <voegde in, h. ingevoegd> [ɪnvuɣə(n)] VERB intr

invoegen (verkeer)

sich einfädeln

invoegen (na het inhalen)

in·voe·ren <voerde in, h. ingevoerd> [ɪnvurə(n)] VERB trans

1. invoeren (importeren):

2. invoeren (instellen):

in Kraft setzen

een wet invoeren

ein Gesetz in Kraft setzen

3. invoeren (introduceren):

nieuwe methodes invoeren

neue Methoden einführen

4. invoeren (ergens inbrengen):

invoeren techn.

invoeren techn.

invoeren comput.

gegevens in een computer invoeren

Daten in einen Computer eingeben

5. invoeren (ten tonele voeren):

in·voe·ging <invoeging|en> [ɪnvuɣɪŋ] SUBST f

1. invoeging (het invoegen, het ingevoegde):

2. invoeging verk.:

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski