Übersetzungen für „omgangsregeling“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ont·re·ge·ling <ontregeling|en> [ɔntreɣəlɪŋ] SUBST f

ontregeling

Desorganisierung f

ontregeling (technische storing)

Störung f

dienst·re·ge·ling <dienstregeling|en> [dinstreɣəlɪŋ] SUBST f

1. dienstregeling:

dienstregeling ((boekje met) vertrek- en aankomsttijden)

Fahrplan m

dienstregeling (spoorboekje)

Kursbuch nt

dienstregeling luchtv.

Flugplan m

volgens de vaste dienstregeling

fahrplanmäßig

2. dienstregeling (regeling van dienst):

dienstregeling

Dienstplan m

dienstregeling

Arbeitsplan m

be·lang·stel·ling [bəlɑŋstɛlɪŋ] SUBST f geen Pl

belangstelling

Interesse nt

belangstelling (medeleven)

Anteilnahme f

blijken van belangstelling

Beweise der Anteilnahme

in de belangstelling staan

im Brennpunkt des Interesses stehen

vol belangstelling

teilnahmsvoll

belangstelling tonen voor iets

Interesse an einer Sache zeigen

om·gangs·taal <omgangs|talen> [ɔmɣɑŋstal] SUBST f

omgangstaal

Umgangssprache f

re·ge·ling <regeling|en> [reɣəlɪŋ] SUBST f

1. regeling (het in orde brengen):

regeling

Regelung f

regeling

Regulierung f

2. regeling (bepaling):

regeling

Regelung f

regeling

Bestimmung f

regeling

Regeln Pl

3. regeling (schikking):

regeling

Abmachung f

regeling

Vereinbarung f

regeling

Vergleich m

een regeling treffen

eine Abmachung treffen

een regeling treffen

einen Vergleich schließen

VUT-re·ge·ling <VUT-regeling|en> [vʏtreɣəlɪŋ] SUBST f

VUT-regeling

Vorruhestandsregelung f

be·zoek·re·ge·ling <bezoekregeling|en> [bəzukreɣəlɪŋ] SUBST f

bezoekregeling

Besuchsregelung f

bezoekregeling

Umgangsregelung f

men·ge·ling <mengeling|en> [mɛŋəlɪŋ] SUBST f

mengeling

Mischung f

mengeling

Gemisch nt

een bonte mengeling

ein buntes Durcheinander

een mengeling van kleuren

ein Farbgemisch