Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „stokjes“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

stok·je: Nomen
sto·ken: Verb
sto·ker: Nomen
stok·ken: Verb
stok·vis: Nomen

Meintest du vielleicht: stokje , stokvis , stokken , stoker und stoken

stok·je <stokje|s> [stɔkjə] SUBST nt

stokje (kleine stok)

stokje kookk.

ergens een stokje voor steken übtr

einer Sache Dat einen Riegel vorschieben

een stokje steken voor een plan

einen Plan verhindern

van zijn stokje gaan ugs übtr

van zijn stokje gaan ugs übtr

sto·ken¹ <stookte, h. gestookt> [stokə(n)] VERB trans

1. stoken:

stoken (laten branden)

stoken (aanwakkeren)

stoken (aansteken)

stoken (aansteken)

de haard stoken

den Ofen anheizen [o. einheizen]

het vuur stoken

das Feuer anfachen

een vuurtje stoken

ein Feuer machen

2. stoken (als brandstof gebruiken):

olie stoken

3. stoken (verwarmen):

een woning met gas stoken

eine Wohnung mit Gas (be)heizen

4. stoken (aanwakkeren):

entfachen form

onrust stoken

Unruhe schüren

5. stoken (distilleren):

jenever stoken

Schnaps brennen

6. stoken (tanden):

sto·ker <stoker|s> [stokər] SUBST m

1. stoker (vuur):

Heizer m

2. stoker:

stoker (onruststoker)

Hetzer m

stoker (allgemeen)

Unruhestifter m

3. stoker (distilleerder):

Brenner m

stok·ken <stokte, i. gestokt> [stɔkə(n)] VERB intr

de motor stokt

der Motor setzt aus

stok·vis <stokvis|sen> [stɔkfɪs] SUBST m

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski