Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „afdalend“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

af·da·len: Verb
af·da·ling: Nomen
af·dwa·len: Verb
af·doend: Adjektiv und Adverb
af·dan·ken: Verb
be·pa·lend: Adjektiv und Adverb

Meintest du vielleicht: afdalen , afdoend , afdwalen , afdaling , bepalend und afdanken

af·da·len <daalde af, i. afgedaald> [ɑvdalə(n)] VERB intr

1. afdalen:

afdalen (personen)

hinuntersteigen

afdalen (personen)

heruntersteigen

afdalen (rijdend)

langs een steil pad van een berg afdalen

über einen steilen Pfad den Berg hinuntersteigen

2. afdalen (zaken):

de wegen daalden af

die Wege führten hinunter

3. afdalen übtr:

een afdalende reeks wisk.

eine fallende Reihe

in sociaal opzicht afdalen

de afdalende lijn (genealogie)

die absteigende Linie

af·da·ling <afdaling|en> [ɑvdalɪŋ] SUBST f

1. afdaling:

afdaling (het naar beneden gaan)

Abstieg m

afdaling (rijdend)

Abfahrt f

afdaling (rijdend in de bergen)

2. afdaling SPORT:

af·dwa·len <dwaalde af, i. afgedwaald> [ɑvdwalə(n)] VERB intr

afdwalen (gedachten)

zijn gedachten dwaalden af naar haar übtr

seine Gedanken schweiften zu ihr ab

het schip dwaalde af

das Schiff kam vom rechten Kurs ab

van zijn onderwerp afdwalen übtr

von seinem Thema abkommen

van het rechte pad afdwalen

vom Pfad der Tugend abweichen

af·doend [ɑvdunt] ADJ

1. afdoend (voldoende):

afdoende maatregelen

probate Maßnahmen Pl

een afdoend middel

ein wirksames Mittel

2. afdoend (beslissend):

(durch)schlagend

een afdoend bewijs

ein schlagender Beweis

af·dan·ken <dankte af, h. afgedankt> [ɑvdɑŋkə(n)] VERB trans

1. afdanken form (ontslaan):

2. afdanken (buiten gebruik stellen):

oude kleren afdanken

alte Kleider ausrangieren

be·pa·lend [bəpalənt] ADJ

dat was bepalend voor het verdere verloop

das war entscheidend für den weiteren Verlauf

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski