Übersetzungen für „ontvangen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ont·van·gen¹ <ontving, h. ontvangen> [ɔntfɑŋə(n)] VERB trans

1. ontvangen (innen, krijgen):

ontvangen

empfangen

ontvangen

erhalten

ontvangen

bekommen

2. ontvangen (bij zich toelaten):

ontvangen

empfangen

iem ontvangen met open armen

jdn mit offenen Armen empfangen

3. ontvangen (onthalen):

ontvangen

aufnehmen

ontvangen

empfangen

ontvangen

bewirten

zijn boek werd gunstig ontvangen übtr

sein Buch wurde günstig aufgenommen

4. ontvangen (bevrucht worden):

ontvangen

empfangen

ont·van·gen² <ontving, h. ontvangen> [ɔntfɑŋə(n)] VERB intr (bezoek afwachten)

ontvangen

Besuch empfangen

de barones zal vandaag niet ontvangen

die Baronin wird heute keinen Besuch empfangen

Beispielsätze für ontvangen

scholing ontvangen

ausgebildet werden

zeer hartelijk ontvangen worden

aufs Herzlichste empfangen werden

de Heilige Olie ontvangen rel.

die Letzte Ölung erhalten

met open armen ontvangen übtr

mit offenen Armen empfangen

in goede orde ontvangen

in gutem Zustand erhalten

een onderscheiding verlenen/ontvangen

eine Auszeichnung verleihen/empfangen

gasten uitnodigen/ontvangen/hebben

Gäste einladen/empfangen/haben

iem met open armen ontvangen übtr

jdn mit offenen Armen empfangen

iem ontvangen met open armen

jdn mit offenen Armen empfangen

een boek ter inzage ontvangen

ein Buch zur Ansicht empfangen

zijn boek werd gunstig ontvangen übtr

sein Buch wurde günstig aufgenommen

de barones zal vandaag niet ontvangen

die Baronin wird heute keinen Besuch empfangen

het is zaliger te geven dan te ontvangen Sprichw

Geben ist seliger denn Nehmen