Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „vorbij“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

voor·bij: Adjektiv und Adverb
er·bij: Adverb
vo·rig: Adjektiv und Adverb
waar·bij: Adverb
daar·bij: Adverb
hier·bij: Adverb
werk·bij: Nomen
vor·ming: Nomen
voog·dij: Nomen

Meintest du vielleicht: voorbij , vorig , erbij , voogdij , vorming , werkbij , hierbij , daarbij und waarbij

voor·bij¹ [vorbɛi] ADJ

1. voorbij (afgelopen):

definitief voorbij

die tijd is voorbij

die Zeit ist vorbei

voorbije tijden

vergangene Zeiten Pl

2. voorbij (verder dan):

je bent er al voorbij

du bist schon daran vorbei

hij is die leeftijd al voorbij

er hat dieses Alter schon hinter sich Dat gelassen

er·bij [ɛrbɛi] ADV

1. erbij (aanwezig):

(mit) dabei

een huis met een tuin erbij

ein Haus mit Garten dabei

2. erbij (tot het genoemde, bedoelde):

dabei

dazu

hinzu

ik blijf erbij dat …

ich bleibe dabei, dass …

zout erbij doen

Salz dazutun [o. hinzugeben]

erbij halen/erbij horen

herbeiholen/dazugehören

hoe kom je erbij? übtr

wie kommst du denn darauf?

het erbij laten

es dabei bewenden lassen

het erbij laten

es gut [o. genug] sein lassen

je bent erbij ugs

vo·rig [vorəx] ADJ

1. vorig (onmiddellijk voorafgaand):

vorige(r, s)

letzte(r, s)

de vorige dag

de vorige dag (als bijwoordelijke bepaling)

de vorige keer

2. vorig (vroeger):

vorige(r, s)

frühere(r, s)

waar·bij [warbɛi] ADV

1. waarbij (bij wat):

wobei?

2. waarbij (bij welke gelegenheid):

wobei

zij gaf mij een hand, waarbij ze mij niet aankeek

sie gab mir die Hand, wobei sie mich nicht ansah

3. waarbij (waaronder):

unter +Dat

de boeken, waarbij enkele nog bijna nieuwe exemplaren waren

die Bücher, unter denen einige noch fast neue Exemplare waren

4. waarbij (bij welke):

bei +Dat

de boom, waarbij wij stonden

der Baum, bei dem wir standen

5. waarbij (waar bovenop):

zu +Dat

wozu

een bedrag, waarbij nog tien procent rente komt

ein Betrag, auf den noch zehn Prozent Zinsen kommen

daar·bij [darbɛi] ADV

1. daarbij (bij dat):

dabei

dazu

daarbij blijft het

2. daarbij (daarenboven):

dazu

daarbij komt, dat …

es kommt noch hinzu, dass …

hoe kom je daarbij?

wie kommst du darauf?

hier·bij [hirbɛi] ADV

hierbij (komen, behoren)

hierbij (hiermee)

hierbij (hiermee)

hierbij (inliggend)

anbei form

hierbij (inliggend)

hierbij (anders)

hierbij bericht ik u, dat …

hierdurch teile ich Ihnen mit, dass …

hierbij komt nog dat …

hinzu kommt noch, dass …

ik zal het hierbij laten

hierbei will ich es belassen

hierbij rekent men ook de insecten

hierzu zählt man auch die Insekten

hierbij treft u aan

anbei schicken wir Ihnen form

werk·bij <werkbij|en> [wɛrɡbɛi] SUBST f

vor·ming <vorming|en> [vɔrmɪŋ] SUBST f

1. vorming:

vorming (het ontstaan)

Bildung f

vorming (allgemeen)

vorming van ijzel

Glatteisbildung f

de vorming van de steenkolen

die Entstehung von Steinkohle

2. vorming (geestelijke ontwikkeling):

Bildung f

algemene vorming

Allgemeinbildung f

3. vorming:

vorming (het vormen)

Bildung f

vorming (op geestelijk gebied)

Formung f

de vorming van het karakter

die Formung des Charakters

de vorming van het karakter

die Charakterbildung

voog·dij <voogdij|en> [voɣdɛi] SUBST f

Vormundschaft f

voogdij (allgemeen)

onder voogdij staan/plaatsen

unter Vormundschaft stehen/stellen

hij werd uit de voogdij ontzet

ihm wurde die Vormundschaft entzogen

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski