Übersetzungen für „afbetten“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈan·ket·ten VERB trans

anketten

(vast)ketenen

anketten

aan de ketting leggen

einen Verbrecher anketten

een misdadiger in de boeien slaan [o. sluiten]

ˈein·bet·ten VERB trans a. übtr

einbetten

inbedden

einbetten TECH

inlaten

einbetten TECH

verzinken

er·ˈbit·ten [-ˈbɪtn̩] VERB trans geh

erbitten

vragen [o. verzoeken] om

jds Rat/Verzeihung erbitten

iem om raad/vergeving vragen

ˈein·fet·ten VERB trans

einfetten

(met vet) insmeren

einfetten

invetten

ent·ˈfet·ten [-ˈfɛtn̩] VERB trans

entfetten

ontvetten

ver·ˈket·ten [fɛɐ̯ˈkɛtn̩] VERB trans

1. verketten (verschließen):

verketten

met een ketting [o. kettingen] vastmaken [o. bevestigen]

2. verketten übtr (verbinden):

verketten

verbinden

ver·ˈwet·ten VERB trans

verwetten

verwedden

verwetten

inzetten bij het wedden

ˈab·stat·ten [ˈap-ʃtatn̩] VERB trans

1. abstatten geh:

abstatten (bringen, (ab)halten)

brengen

abstatten (tun)

doen

jdm (einen) Bericht abstatten

aan iem verslag uitbrengen

jdm einen Besuch abstatten

een bezoek bij iem afleggen [o. brengen]

2. abstatten geh (danken):

abstatten

betuigen

jdm (seinen) Dank abstatten

iem bedanken

ˈaus·rot·ten VERB trans

ausrotten

uitroeien

ausrotten

verdelgen

ausrotten

totaal vernietigen