Übersetzungen für „onherkenbare“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

un·ver·kenn·bar [ʊnfɛɐ̯ˈkɛnbaːɐ̯, ˈʊn-] ADJ

unverkennbar

onmiskenbaar

er·ˈkenn·bar [ɛɐ̯ˈkɛnbaːɐ̯] ADJ

erkennbar (sichtbar)

(her)kenbaar

erkennbar (sichtbar)

te onderscheiden

erkennbar (wahrnehmbar)

duidelijk zichtbaar

ˈMar·ken·wa·re SUBST f

Markenware

merkartikel

an·re·chen·bar [ˈanrɛçn̩baːɐ̯] ADJ

anrechenbar ADMIN, FIN

kunnende worden aangerekend

anrechenbar ADMIN, FIN

in rekening gebracht kunnende worden

un·be·re·chen·bar ADJ

unberechenbar

onberekenbaar

of·fen·ˈba·ren² [ɔfn̩ˈbaːrən] VERB refl (sich anvertrauen)

offenbaren

zich openbaren

offenbaren

aan de dag treden

offenbaren

blijken te zijn

ˈBa·cken·bart SUBST m

Backenbart

bakkebaard

of·fen·ˈbar [ˈɔfn̩baːɐ̯, ɔfn̩ˈbaːɐ̯] ADJ

1. offenbar:

offenbar

blijkbaar

offenbar

klaarblijkelijk

offenbar

kennelijk

2. offenbar:

offenbar

duidelijk

offenbar

zichtbaar

ein offenbarer Gegensatz

een flagrante tegenstelling

ver·ˈein·ba·ren [fɛɐ̯ˈʔ͜ainbaːrən] VERB trans

1. vereinbaren (absprechen):

vereinbaren

overeenkomen

vereinbaren

afspreken

2. vereinbaren (meist bei Verneinung, in Einklang bringen):

vereinbaren

overeenbrengen

vereinbaren

in overeenstemming brengen

ˈZie·gen·bart SUBST m

1. Ziegenbart ugs scherzh (Spitzbart):

Ziegenbart

(geiten)sik

Ziegenbart

geitenbaard

2. Ziegenbart BOT:

Ziegenbart

koraalzwam

Ziegenbart

knotszwam

ˈan·mer·ken VERB trans

1. anmerken (bemerken):

anmerken

aanzien

anmerken

zien

anmerken

merken

jdm seine Angst anmerken

het aan iem merken dat hij angstig is

2. anmerken (notieren):

anmerken

aanstrepen

anmerken

aantekenen

anmerken

noteren

ich merke (mir) einen Tag in meinem Kalender an

ik streep een dag in mijn kalender aan

3. anmerken geh (eine Bemerkung machen):

anmerken

opmerken