Niederländisch » Deutsch

her·den·king <herdenking|en> [hɛrdɛŋkɪŋ] SUBST f (viering)

be·vei·li·gings·dienst <beveiligingsdienst|en> [bəvɛɪləɣɪŋzdinst] SUBST m

we·reld·gods·dienst <wereldgodsdienst|en> [werəltxɔtsdinst] SUBST m

her·den·kings·plech·tig·heid [hɛrdɛŋkɪŋsplɛxtəxhɛɪt] SUBST f geen Pl

her·den·ken <herdacht, h. herdacht> [hɛrdɛŋkə(n)] VERB trans

1. herdenken (de herinnering vieren):

gedenken +Gen

3. herdenken (zich weer in gedachten brengen):

her·ders·dicht <herdersdicht|en> [hɛrdərzdɪxt] SUBST nt

pers·dienst <persdienst|en> [pɛrzdinst] SUBST m

rijks·dienst <rijksdienst|en> [rɛiksdinst] SUBST m

1. rijksdienst (dienst bij het Rijk):

2. rijksdienst (door het Rijk verzorgde dienst):

ge·zond·heids·dienst <gezondheidsdienst|en> [ɣəzɔnthɛɪtsdinst] SUBST m

ac·coun·tants·dienst <accountantsdienst|en> [əkɑuntən(t)sdinst] SUBST m

we·der·dienst <wederdienst|en> [wedərdinst] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski