Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „kloppen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

klop·pen1 <klopte, h. geklopt> [klɔpə(n)] VERB intr

1. kloppen:

kloppen (hoorbaar slaan)
kloppen (hoorbaar slaan)
kloppen (m.b.t. de hartspier ook)
tegen een muur kloppen

2. kloppen (overeenkomen, passen):

kloppen
kloppen met de feiten

klop·pen2 <klopte, h. geklopt> [klɔpə(n)] VERB trans

1. kloppen (een slag geven):

kloppen
kloppen
iem op de schouder kloppen
zich op de borst kloppen übtr

2. kloppen ugs (verslaan, overwinnen):

kloppen
eieren kloppen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski