Niederländisch » Deutsch

re·tour·han·del SUBST m

retourhandel → ruilhandel

Siehe auch: ruilhandel

ruil·han·del [rœylhɑndəl] SUBST m geen Pl

re·tour·ne·ren <retourneerde, h. geretourneerd> [returnerə(n)] VERB trans

re·tour·tje <retourtje|s> [rəturcə] SUBST nt

re·tou·che·ren <retoucheerde, h. geretoucheerd> [retuʃerə(n)] VERB trans

re·to·riek [retorik] SUBST f geen Pl

1. retoriek (bombast):

2. retoriek (retorica):

her·win·nen1 <herwon zich, h. zich herwonnen> [hɛrwɪnə(n)] VERB wk ww

herwinnen zich herwinnen (zijn kalmte herkrijgen):

ver·win·nen VERB trans

verwinnen → overwinnen

Siehe auch: overwinnen , overwinnen

over·ˈwin·nen2 <overwon, h. overwonnen> [ovərwɪnə(n)] VERB intr (meester blijven)

over·ˈwin·nen1 <overwon, h. overwonnen> [ovərwɪnə(n)] VERB trans

2. overwinnen (bedwingen):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski