Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „wijken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

wij·ken <week, i. geweken> [wɛikə(n)] VERB intr

1. wijken (uit de weg gaan):

wijken
geen duimbreed wijken
hij weet van geen wijken
voor iem wijken ook übtr

3. wijken (vluchten, verdwijnen):

wijken

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski