Übersetzungen für „zegelrecht“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

re·gel·recht¹ [reɣəlrɛxt] ADJ

regelrecht

direkt

regelrecht (zonder meer)

regelrecht

ze·ge·tocht <zegetocht|en> [zeɣətɔxt] SUBST m

zegetocht

Triumphzug m

zegetocht

Siegeszug m

de zegetocht van de computer

der Siegeszug des Computers

asiel·recht [azilrɛxt] SUBST nt geen Pl

asielrecht

Asylrecht nt

na·ge·recht <nagerecht|en> [naɣərɛxt] SUBST nt

nagerecht

Nachtisch m

ze·gel·ring <zegelring|en> [zeɣəlrɪŋ] SUBST m

zegelring

Siegelring m

kies·recht <kiesrecht|en> [kisrɛxt] SUBST nt

kiesrecht

Stimmrecht nt

kiesrecht

Wahlrecht nt

actief/passief kiesrecht

aktive(s)/passive(s) Wahlrecht nt

kleur·echt [klørɛxt] ADJ

kleurecht

farbecht

on·te·recht [ɔntərɛxt] ADJ

onterecht

unberechtigt

onterecht

unberechtigterweise

een onterecht verwijt

ein unberechtigter Vorwurf

stem·recht [stɛmrɛxt] SUBST nt geen Pl

stemrecht

Stimmrecht nt

stemrecht (kiesrecht vooral)

Wahlrecht nt

stemrecht voor vrouwen

Frauenwahlrecht nt