Übersetzungen für „omkatten“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

er·ˈmat·ten² [ɛɐ̯ˈmatn̩] VERB trans geh

ermatten

afmatten

ermatten

uitputten

ermatten

vermoeien

be·ˈgat·ten¹ VERB trans geh

begatten

dekken

begatten

paren met

ˈSchat·ten <Schattens, Schatten> [ˈʃatn̩] SUBST m

1. Schatten:

Schatten

schaduw

Schatten (Schemen)

(hersen)schim

jdn/etw in den Schatten stellen

iem/iets in de schaduw stellen

einem Schatten nachjagen geh

een hersenschim najagen

nur ein Schatten seiner selbst sein

nog maar een schim [o. schaduw] van zichzelf zijn

Schatten spendende Bäume geh

schaduwgevende bomen

(nicht) über den eigenen Schatten springen können übtr

(niet) over zijn eigen schaduw kunnen springen

(nicht) über den eigenen Schatten springen können übtr

(niet) uit zijn eigen huid kunnen kruipen

nicht der Schatten eines Verdachts

niet de minste verdenking

(s)einen Schatten auf etw werfen geh übtr

een schaduw werpen op iets

2. Schatten (Ringe unter den Augen):

Schatten

kringen

einen Schatten haben ugs

niet goed snik zijn

ˈan·ket·ten VERB trans

anketten

(vast)ketenen

anketten

aan de ketting leggen

einen Verbrecher anketten

een misdadiger in de boeien slaan [o. sluiten]