Niederländisch » Deutsch

toe·ge·ving <toegeving|en> [tuɣevɪŋ] SUBST f

1. toegeving (het zich inschikkelijk betonen):

2. toegeving (concessie):

toe·ge·ven1 <gaf toe, h. toegegeven> [tuɣevə(n)] VERB trans

2. toegeven (extra geven):

toe·ge·vend [tuɣevənt] ADJ

toe·ge·voegd [tuɣəvuxt] ADJ

toe·voe·gen <voegde toe, h. toegevoegd> [tuvuɣə(n)] VERB trans

3. toevoegen (onvriendelijke woorden zeggen):

om·ge·ving <omgeving|en> [ɔmɣevɪŋ] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski