Deutsch » Niederländisch

Übersetzungen für „geront“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch (Springe zu Niederländisch » Deutsch)

Ergebnis-Übersicht

ge·rannt: Verb
Front: Nomen
ge·ˈring: Adjektiv und Adverb
Af·ˈfront: Nomen
ver·ˈpönt: Adjektiv und Adverb
ge·ˈreizt: Adjektiv und Adverb
ge·ˈrecht: Adjektiv und Adverb
ge·ˈritzt: Adjektiv und Adverb

Meintest du vielleicht: gerannt , gering , Front , geritzt , gerecht , gereizt , verpönt und Affront

ge·rannt [gəˈrant] VERB

gerannt Part Perf von rennen¹, rennen²

Siehe auch: rennen , rennen

ˈren·nen² <rannte, gerannt> [ˈrɛnən] VERB intr

dauernd ins Kino rennen ugs a. abw

constant naar de bioscoop gaan

ˈren·nen¹ <rannte, gerannt> [ˈrɛnən] VERB trans

jagen

jdm ein Messer durch [o. in ] den Leib rennen ugs

iem een mes door, in het lichaam jagen

sich die Lunge [o. Zunge] aus dem Hals rennen

lopen wat men kan

Front <Front, Fronten> [frɔnt] SUBST f

1. Front (Vorderseite):

front nt

die Front eines Hauses

het front [o. de voorzijde] van een huis

2. Front MILIT:

front nt ook fig.

Front gegen etw/jdn machen übtr

front maken tegen iets/iem

(gegen jdn [o. vor jdm]) Front machen

(voor iem) in de houding gaan staan

3. Front MILIT (Opposition):

front nt

auf breiter Front

over een breed front

die gegnerische Front

de vijandelijke linies

klare Fronten schaffen [o. ziehen ] übtr

de (tegengestelde) posities [o. standpunten] duidelijk afbakenen

die Fronten verhärten sich übtr

de tegenstellingen worden scherper

4. Front METEO:

die Front eines Tiefs

het front van een depressie

in Front liegen SPORT

de leiding hebben

in Front des Rathauses

voor het stadhuis

in Front gehen [o. ziehen] SPORT

aan de leiding komen

in Front gehen [o. ziehen] SPORT

de leiding nemen

ge·ˈring [gəˈrɪŋ] ADJ

1. gering (unerheblich, unbedeutend):

klein

kein Geringerer als er

niem minder dan hij

in gering(er)em Grade

in mindere mate

nicht im Geringsten

niet in het minst

nicht im Geringsten

nicht die geringste Lust

niet de minste zin [o. lust]

nicht das Geringste tun

helemaal niets doen

nicht das Geringste tun

geen klap doen [o. uitvoeren]

2. gering (niedrig):

laag

jdn gering schätzen/achten

iem minachten/geringschatten

Af·ˈfront <Affronts, Affronts> [aˈfrõː, aˈfrɔnt] SUBST m geh

ein schwerer Affront gegen jdn

een zwaar affront voor iem

ver·ˈpönt [fɛɐ̯ˈpøːnt] ADJ

ge·ˈreizt [gəˈr͜ai ͜tst] ADJ

in gereizter Laune [o. Stimmung ] sein

in een geprikkelde stemming zijn

ge·ˈrecht [gəˈrɛçt] ADJ

1. gerecht a. REL (angemessen beurteilen):

jdm gerecht werden

iem recht laten wedervaren

jdm gerecht werden

iem in zijn recht laten

2. gerecht:

gerecht (rechtgemäß)

gerechtvaardigd

gerecht (rechtgemäß)

gerecht (berechtigt)

3. gerecht (passend):

eine jedem Wetter gerecht werdende Kleidung

een voor elk weer(type) geschikte kleding

etw gerecht werden

aan iets voldoen [o. beantwoorden]

ge·ˈritzt [gəˈrɪ͜tst] ADJ

geritzt sein

voor de bakker zijn

geritzt sein

voor mekaar zijn

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Deutsch

"geront" auf weiteren Sprachen nachschlagen

Italienisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski