Übersetzungen für „deemoedigen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

er·ˈle·di·gen¹ [ɛɐ̯ˈleːdɪgn̩] VERB trans

1. erledigen (ausführen):

erledigen

uitvoeren

erledigen

afhandelen

Besorgungen erledigen

boodschappen doen

viel zu erledigen haben

veel te doen hebben

erledigt! ugs

afgelopen uit!

2. erledigen ugs (vernichtend besiegen):

erledigen

uitschakelen

erledigen

vernietigen

erledigen

uit de weg ruimen

er ist politisch [o. als Politiker] erledigt

als politicus is het met hem gedaan [o. is hij uitgerangeerd]

ent·ˈle·di·gen [ɛntˈleːdɪgn̩] VERB refl

1. entledigen geh (ablegen):

entledigen

zich ontdoen [o. bevrijden] van

entledigen

uitdoen

sich eines Gegners entledigen

zich van een tegenstander ontdoen

2. entledigen geh ((eine Aufgabe) erledigen):

entledigen

zich kwijten van

entledigen

volbrengen

be·ˈfrie·di·gen [bəˈfriːdɪgn̩] VERB trans

befriedigen

bevredigen

ein Bedürfnis befriedigen

in een behoefte voorzien

be·ˈei·di·gen [-dɪgn̩] VERB trans veraltet

beeidigen → beeiden

Siehe auch: beeiden

be·ˈei·den [bəˈʔ͜aidn̩] VERB trans

beeiden

onder ede bevestigen

beeiden

een eed afleggen op

beeiden

bezweren

be·ˈer·di·gen [bəˈʔeːɐ̯dɪgn̩] VERB trans

beerdigen

begraven

beerdigen

ter aarde bestellen

ˈpre·di·gen¹ [ˈpreːdɪgn̩] VERB intr REL

predigen

prediken

predigen

preken

predigen

een preek houden

be·ˈgna·di·gen [bəˈgnaːdɪgn̩] VERB trans

begnadigen

begenadigen

begnadigen

gratie verlenen aan

be·ˈgra·di·gen [bəˈgraːdɪgn̩] VERB trans

begradigen

rechtmaken

begradigen

bochten halen uit

begradigen

corrigeren

be·ˈlei·di·gen [bəˈl͜aidɪgn̩] VERB trans

beleidigen

beledigen

beleidigen

krenken

beleidigen übtr a.

een belediging zijn voor

ein beleidigtes Gesicht machen

een verongelijkt gezicht zetten

er·ˈkun·di·gen [ɛɐ̯ˈkʊndɪgn̩] VERB refl

erkundigen

informeren

erkundigen

navragen

sich nach etw/jdm erkundigen

over iets/iem inlichtingen inwinnen

ver·ˈei·di·gen [fɛɐ̯ˈʔ͜aidɪgn̩] VERB trans

vereidigen

beëdigen

vereidigen

de eed laten afleggen

jdn auf die Verfassung vereidigen

iem de eed op de grondwet laten afleggen

ver·ˈtei·di·gen [fɛɐ̯ˈt͜aidɪgn̩] VERB trans

verteidigen

verdedigen

verteidigen

pleiten voor

be·ˈschä·di·gen VERB trans

beschädigen

beschadigen

beschädigen

havenen

ent·ˈmün·di·gen [ɛntˈmʏndɪgn̩] VERB trans

entmündigen

onder curatele stellen