Übersetzungen für „Uitmarkt“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

thuis·markt <thuismarkt|en> [tœysmɑrkt] SUBST f

thuismarkt

Inlandsmarkt m

thuismarkt

einheimische(r) Markt m

uit·ma·ken <maakte uit, h. uitgemaakt> [œytmakə(n)] VERB trans

1. uitmaken (verbreken, verloving, verhouding):

uitmaken

lösen

het met iem uitmaken

mit jdm Schluss machen ugs

2. uitmaken:

uitmaken (vormen)

bilden

uitmaken (kosten, waarde)

ausmachen

dit plan maakt deel uit van een globale strategie

dieser Plan ist Teil einer globalen Strategie

de partij wil geen deel meer uitmaken van de nieuwe regering

die Partei will sich an der neuen Regierung nicht mehr beteiligen

3. uitmaken (van belang zijn):

uitmaken

ausmachen

dat maakt niet uit ugs

das ist egal

voor hem maakt dat niets uit

das macht ihm nichts aus

4. uitmaken:

uitmaken (beslissen)

entscheiden

uitmaken (vaststellen)

feststellen

de dienst uitmaken

das Sagen haben

dat is moeilijk uit te maken

das ist schwer festzustellen

dat moet ieder voor zich [o. met zichzelf] uitmaken

das muss jeder für sich entscheiden [o. mit sich selbst ausmachen]

5. uitmaken (noemen):

uitmaken

nennen

iem voor leugenaar uitmaken

jdn einen Lügner nennen

iem voor leugenaar uitmaken abw

jdn als Lügner beschimpfen

6. uitmaken (blussen):

uitmaken

löschen

uitmaken

ausmachen ugs

vee·markt <veemarkt|en> [vemɑrkt] SUBST f

veemarkt

Viehmarkt m

su·per·markt <supermarkt|en> [sypərmɑrkt] SUBST f

supermarkt

Supermarkt m

jaar·markt <jaarmarkt|en> [jarmɑrkt] SUBST f

jaarmarkt

Jahrmarkt m

week·markt <weekmarkt|en> [wekmɑrəkt] SUBST f

weekmarkt

Wochenmarkt m

bin·nen·markt <binnenmarkt|en> [bɪnəmɑrkt] SUBST f

binnenmarkt

Binnenmarkt m

va·lu·ta·markt [valytamɑrkt] SUBST f geen Pl

valutamarkt

Devisenmarkt m

ka·pi·taal·markt [kapitalmɑrkt] SUBST f geen Pl

kapitaalmarkt

Kapitalmarkt m

uit·me·ten <mat uit, h. uitgemeten> [œytmetə(n)] VERB trans

1. uitmeten:

uitmeten (uitvoerig bespreken)

schildern

uitmeten (in details)

ausmalen

uitmeten (in details)

breittreten abw

de voordelen van iets breed uitmeten

die Vorteile von etw ausführlich erörtern

2. uitmeten (afmeten):

uitmeten

ausmessen

ar·beids·markt <arbeidsmarkt|en> [ɑrbɛitsmɑrkt] SUBST f

arbeidsmarkt

Arbeitsmarkt m

arbeidsmarkt

Stellenmarkt m

de krappe arbeidsmarkt

die Knappheit an Arbeitskräften

vlooi·en·markt <vlooienmarkt|en> [vlojə(n)mɑrkt] SUBST f

vlooienmarkt

Flohmarkt m