Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „stemmer“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

stem·men: Verb
tem·mer: Nomen
stem·mig: Adjektiv und Adverb
em·mer: Nomen
lem·mer: Nomen
zwem·mer: Nomen
stem·pel: Nomen
stei·ger: Nomen
stek·ker: Nomen

Meintest du vielleicht: temmer , stemmen , stekker , steiger , stempel , zwemmer , lemmer , emmer und stemmig

stem·men² <stemde, h. gestemd> [stɛmə(n)] VERB intr

1. stemmen:

stemmen (kiezen)

stemmen (kiezen)

stemmen (politiek verkiezingen vooral)

blanco stemmen (zich bij stemming onthouden)

sich der Stimme Gen enthalten

blanco stemmen (bij verkiezingen)

einen Blankostimmzettel abgeben

ga jij stemmen?

gehst du wählen?

stem (op) links!

stemmen met handopsteken

durch Handzeichen abstimmen

op wie stemt zij?

für wen stimmt sie?

op wie stemt zij? pol.

wen wählt sie?

stemmen over een voorstel

über einen Vorschlag (ab)stimmen

ik stem tegen/voor

ich stimme dagegen/dafür

2. stemmen muz. (onderling gelijke klank hebben):

zusammenstimmen

aufeinander abgestimmt sein

tem·mer <temmer|s> [tɛmər] SUBST m

stem·mig <stemmige, stemmiger, stemmigst> [stɛməx] ADJ

dezent form

leise

stemmig (niet opzichtig; kleding, uiterlijk)

stemmig (niet opzichtig; kleding, uiterlijk)

een stemmig muziekje

eine dezente Musik

in stemmig zwart

in dezentem Schwarz

em·mer <emmer|s> [ɛmər] SUBST m

Eimer m

met emmers tegelijk

het regent of het met emmers uit de hemel gegoten wordt ugs

es gießt wie aus Eimern

een emmer water

ein Eimer (voll) Wasser

lem·mer SUBST nt

lemmer → lemmet

Siehe auch: lemmet

lem·met [lɛmət]

lemmet [[o. lɛmɛt]] lemmet|en SUBST nt:

Klinge f

zwem·mer <zwemmer|s> [zwɛmər] SUBST m

stem·pel¹ <stempel|s> [stɛmpəl] SUBST nt of m

1. stempel:

stempel (afdruk)

Stempel m

stempel (met reliëf)

een stempel zetten

einen Stempel anbringen

2. stempel übtr (kenmerk):

Stempel m

Gepräge nt form

stei·ger <steiger|s> [stɛiɣər] SUBST m

1. steiger (aanlegplaats):

Landungsbrücke f

Steg m

2. steiger (stelling):

Gerüst nt

in de steigers staan

eingerüstet sein

in de steigers staan übtr

stek·ker <stekker|s> [stɛkər] SUBST m

Stecker m

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski