Übersetzungen für „stropend“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

stro·pe·rig <stroperige, stroperiger, stroperigst> [stropərəx] ADJ

1. stroperig (als, met stroop):

stroperig

dickflüssig

stroperig

zähflüssig

2. stroperig (slijmerig):

stroperig

honigsüß

stroperig

zuckersüß

op·stro·pen <stroopte op, h. opgestroopt> [ɔpstropə(n)] VERB trans

opstropen

hochkrempeln

opstropen

aufkrempeln

opstropen

hochstreifen

de mouwen opstropen ook übtr

die Ärmel hochkrempeln

af·stro·pen <stroopte af, h. afgestroopt> [ɑfstropə(n)] VERB trans

1. afstropen (door stropen verwijderen):

afstropen

abstreifen

2. afstropen (villen):

afstropen

abziehen

3. afstropen:

afstropen (stropend aflopen: landstreek)

plündernd ziehen durch

afstropen (zoekend aflopen, bijv. winkels)

abklappern

stro·breed [strobret]

strobreed

Fingerbreit m

geen strobreed wijken übtr

keinen Fingerbreit Boden hergeben

iem geen strobreed in de weg leggen übtr

≈ jdm keine Steine in den Weg legen

strop·pen·pot [strɔpə(n)pɔt] SUBST m geen Pl econ.

stroppenpot

Einlagesicherungsfonds m

strop·das <stropdas|sen> [strɔbdɑs] SUBST f

stropdas

Krawatte f

stropdas

Schlips m ugs

stropdas

Binder m

af·lo·pend [ɑflopənt] ADJ

de scheepsbouw is een aflopende zaak

der Schiffbau ist am Aussterben

op·lo·pend [ɔplopənt] ADJ

oplopend

ansteigend

oplopende kosten

(an)steigende [o. zunehmende] Kosten Pl

stro·ming <stroming|en> [stromɪŋ] SUBST f ook übtr

stroming

Strömung f

literaire stromingen

literarische Strömungen

een zeer sterke stroming

eine reißende Strömung

er staat een sterke stroming

es gibt dort eine starke Strömung

strooi·en¹ [strojə(n)] ADJ

strooien

strohern

strooien

Stroh-

strooien

stroh-

een strooien hoed/dak

ein Strohhut/-dach