Übersetzungen für „verkleuring“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ver·kleu·ren <verkleurde, i. verkleurd> [vərklørə(n)] VERB intr

1. verkleuren (de kleur verliezen):

verkleuren

die Farbe verlieren

verkleuren

verblassen

die japon zal gauw verkleuren

das Kleid wird schnell verblassen

2. verkleuren (van kleur veranderen):

verkleuren ook übtr

sich verfärben

de jongen verkleurde, toen hij dat hoorde

das Gesicht des Jungen verfärbte sich, als er das hörte

de was is verkleurd

die Wäsche hat sich verfärbt

ver·kla·ring <verklaring|en> [vərklarɪŋ] SUBST f

verklaring

Erklärung f

verklaring (toelichting)

Erläuterung f

een verklaring afleggen

eine Erklärung abgeben

voor de rechtbank een verklaring afleggen

vor Gericht aussagen

een geneeskundige verklaring

eine ärztliche Bescheinigung

de verklaring van de rechten van de mens

die Erklärung der Menschenrechte

een valse verklaring afleggen (mondeling)

falsch aussagen

een valse verklaring afleggen (schriftelijk)

falsche Angaben machen

volgens verklaringen van voorbijgangers

nach Angaben von Passanten

ver·klei·ning <verkleining|en> [vərklɛinɪŋ] SUBST f

1. verkleining (het verkleinen):

verkleining

Verkleinerung f

2. verkleining (minachting):

verkleining

Herabsetzung f

verkleining

Schmälerung f

ver·ke·ring <verkering|en> [vərkerɪŋ] SUBST f

verkering

feste Beziehung f

(vaste) verkering hebben

einen (festen) Freund [o. eine (feste) Freundin] haben

her·keu·ring <herkeuring|en> [hɛrkørɪŋ] SUBST f

herkeuring (onderzoek)

neue Untersuchung f

herkeuring (test)

Überprüfung f

herkeuring gesch.

Nachmusterung f

kleu·ring <kleuring|en> [klørɪŋ] SUBST f

kleuring

Färbung f

kleuring

Tönung f

ver·kleu·men <verkleumde, i. verkleumd> [vərklømə(n)] VERB intr

verkleumen

(durch)frieren

verkleumen

vor Kälte erstarren

be·keu·ring <bekeuring|en> [bəkørɪŋ] SUBST f

bekeuring

Strafmandat nt

bekeuring

Bußgeld nt

een bekeuring krijgen

ein Strafmandat bekommen