Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bakkie“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

mak·kie: Nomen
ban·kier: Nomen
bak·ken: Verb
bak·kes: Nomen
bak·ker: Nomen
bak·te: Verb
ba·lie: Nomen
zak·kig: Adjektiv und Adverb

Meintest du vielleicht: makkie , bankier , zakkig , balie , bakte , bakker , bakkes und bakken

mak·kie [mɑki] SUBST nt geen Pl

dat is toch zeker een makkie

das ist doch ein Leichtes

ban·kier <bankier|s> [bɑŋkir] SUBST m

1. bankier (hoofd van een bank):

Bankier m

2. bankier (bank):

Bank f

Bankhaus nt

bak·ken¹ <bakte, h. gebakken> [bɑkə(n)] VERB trans

1. bakken (deeg, beslag):

2. bakken:

bakken (spijzen)

bakken (van vlees, aardappelen)

friet/karbonaadjes bakken

Pommes frites backen/Koteletts braten

3. bakken (klei):

ze bruin bakken

es allzu toll treiben

er niets van bakken ugs

mit etw überhaupt nicht klarkommen

bak·kes <bakkes|en> [bɑkəs] SUBST nt

1. bakkes (gezicht):

Fratze f vulg

2. bakkes (mond):

Fresse f vulg

Klappe f ugs

hou je bakkes!

halt die Klappe! ugs

bak·ker <bakker|s> [bɑkər] SUBST m

1. bakker (beroep):

Bäcker m

2. bakker (winkel):

Bäcker m

voor de bakker

alles in Butter

bak·te VERB

bakte 3. Pers Sg Imperf van bakken¹, bakken²

Siehe auch: bakken , bakken

bak·ken² <bakte, h./i. gebakken> [bɑkə(n)] VERB intr

1. bakken (deegwaar bereiden):

2. bakken (zich vastzetten):

sich festsetzen

het eten is aan de pan gebakken

das Essen hat sich im Topf angesetzt

potten bakken

bak·ken¹ <bakte, h. gebakken> [bɑkə(n)] VERB trans

1. bakken (deeg, beslag):

2. bakken:

bakken (spijzen)

bakken (van vlees, aardappelen)

friet/karbonaadjes bakken

Pommes frites backen/Koteletts braten

3. bakken (klei):

ze bruin bakken

es allzu toll treiben

er niets van bakken ugs

mit etw überhaupt nicht klarkommen

ba·lie <balie|s> [bali] SUBST f

1. balie (toonbank):

aan de balie verstrekt men u graag alle informatie

Informationen erhalten Sie bei [o. an] der Auskunft

2. balie (leuning):

3. balie (advocaten(stand)):

Rechtsanwaltschaft f

een lid van de balie

ein (Rechts)anwalt

iem tot de balie toelaten

jdn als Rechtsanwalt zulassen

4. balie (rechtbank):

Gericht nt

zak·kig [zɑkəx] ADJ

1. zakkig (hangend als een zak):

2. zakkig (zakkerig):

doof

blöd

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski