Übersetzungen für „betwisting“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

be·twis·ten <betwistte, h. betwist> [bətwɪstə(n)] VERB trans

1. betwisten (over het bezit strijden):

betwisten

streitig machen

hij betwistte mij mijn aandeel

er machte mir meinen Anteil streitig

een betwist gebied

ein umstrittenes Gebiet

2. betwisten (tegenspreken):

betwisten

bestreiten

betwisten jur.

anfechten

de betwiste punten

die strittigen Punkte

3. betwisten:

betwisten (ontzeggen)

bestreiten

betwisten (recht)

absprechen

betwisten (toegang)

verwehren

ver·kwis·ting <verkwisting|en> [vərkwɪstɪŋ] SUBST f

verkwisting

Verschwendung f

verkwisting

Vergeudung f

be·las·ting <belasting|en> [bəlɑstɪŋ] SUBST f

1. belasting (druk door een last):

belasting

Belastung f

belasting

Druck m

2. belasting (psychische druk):

belasting

Belastung f

belasting

Anforderung f

3. belasting (verplichte bijdrage aan de staatskas):

belasting

Steuer f

belasting

Abgabe f

belasting heffen

Steuern erheben

in de belasting aangeslagen worden

veranlagt werden

4. belasting (dienst):

belasting

Steuerbehörde f

belasting

Finanzamt nt

5. belasting (genetica):

belasting

Belastung f

be·mes·ting [bəmɛstɪŋ] SUBST f geen Pl

bemesting

Düngung f

be·rus·ting [bərʏstɪŋ] SUBST f geen Pl

berusting

Ergebenheit f

berusting

Ergebung f

be·twist·baar [bətwɪstbar] ADJ

1. betwistbaar (aanvechtbaar):

betwistbaar

anfechtbar

2. betwistbaar (twijfelachtig):

betwistbaar

fragwürdig

be·trach·ting <betrachting|en> [bətrɑxtɪŋ] SUBST f belg

betrachting

Wunsch m

betrachting

Verlangen nt

betrachting

Bitte f

ver·woes·ting <verwoesting|en> [vərwustɪŋ] SUBST f

verwoesting

Zerstörung f

verwoesting (volledig)

Verwüstung f

verwoesting (volledig)

Verheerung f

de verwoesting van Carthago door de Romeinen

die Zerstörung Karthagos durch die Römer

de storm richtte grote verwoestingen aan

der Sturm richtete große Verheerungen an