Übersetzungen für „oorlogspraktijk“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

oor·logs·tijd [orlɔxstɛit] SUBST m geen Pl

oorlogstijd

Kriegszeit f

in oorlogstijd

in Kriegszeiten

oor·logs·pad [orlɔxspɑt] SUBST nt geen Pl

op het oorlogspad zijn

auf dem Kriegspfad sein

oor·logs·zuch·tig [orlɔxsʏxtəx] ADJ

oorlogszuchtig

kriegerisch

oorlogszuchtig

kriegslustig

prak·tijk <praktijk|en> [prɑktɛik] SUBST f

1. praktijk (toepassing):

praktijk

Praxis f

iets aan de praktijk toetsen

etw in der Praxis erproben

iets in praktijk brengen

etw in die Praxis umsetzen

een man van de praktijk

ein Mann der Praxis

op de praktijk gericht

praxisbezogen

2. praktijk (beroepswerkzaamheid):

praktijk

Praxis f

een drukke praktijk

eine gut besuchte Praxis

3. praktijk (gewoonte):

praktijk

Praktik f

de parlementaire praktijken

die parlamentarischen Praktiken [o. Gepflogenheiten]

4. praktijk (sluwe daden) Pl:

praktijk

Praktik meist Pl

gemene praktijken

gemeine Praktiken Pl

oor·spron·ke·lijk¹ <oorspronkelijke, oorspronkelijker, oorspronkelijkst> [orsprɔŋkələk] ADJ

1. oorspronkelijk:

oorspronkelijk (het begin uitmakend van)

ursprünglich

oorspronkelijk (feitelijk, in werkelijkheid)

eigentlich

de oorspronkelijke betekenis

die ursprüngliche [o. eigentliche] Bedeutung

zijn oorspronkelijke naam is Frans

sein eigentlicher Name ist Frans

de oorspronkelijke tekst

der Urtext

2. oorspronkelijk (niet van anderen overgenomen):

oorspronkelijk

originär

oorspronkelijk

originell

beide boeken waren oorspronkelijk

beide Bücher waren grundlegend neu

oorspronkelijke denkbeelden

originäre Ideen Pl

die dichter schrijft zeer oorspronkelijk

dieser Dichter schreibt sehr originell

3. oorspronkelijk (geen anderen navolgend):

oorspronkelijk

original

oorspronkelijk

echt

een oorspronkelijk kunstenaar

ein echter Künstler