Niederländisch » Deutsch

be·zorgd·heid <bezorgd|heden> [bəzɔrxthɛɪt] SUBST f

over·ver·moeid·heid [ovərvərmujthɛɪt] SUBST f geen Pl

over·ver·moeid [ovərvərmujt] ADJ

ver·baasd·heid <verbaasd|heden> [vərbasthɛɪt] SUBST f

ver·moeid·heid [vərmujthɛit] SUBST f geen Pl

2. vermoeidheid (matheid):

over·heid <over|heden> [ovərhɛit] SUBST f

2. overheid (autoriteit, (overheids)orgaan):

on·be·zorgd <onbezorgde, onbezorgder, onbezorgdst> [ɔmbəzɔrxt] ADJ (zorgeloos)

over·mor·gen [ovərmɔrɣə(n)] ADV


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski