Übersetzungen für „chur“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

Chor <Chor(e)s, Chöre> [koːɐ̯] SUBST m

Chor MUS

koor nt

Chor (Gruppe von Sängern)

zangkoor nt

Chor (Gruppe von Sängern)

koorlied

Chor (Gruppe von Sängern)

rei

etw im Chor aufsagen

iets in koor opzeggen

chic ADJ

chic → schick

Siehe auch: schick

schick [ʃɪk] ADJ

1. schick (gepflegt):

schick

chic

schick

deftig

2. schick (modisch elegant):

schick

knap

schick

elegant

3. schick ugs (prima):

schick

geweldig (goed)

schick

tof

schick

fijn

Dur <Dur> [duːɐ̯] SUBST nt kein Pl MUS

Dur

majeur

Dur

grote terts

in C-Dur

in C grote terts

Kur <Kur, Kuren> [kuːɐ̯] SUBST f MED

Kur

kuur

in Kur gehen

een kuur gaan volgen

jdn in die Kur nehmen ugs übtr

iem onder handen nemen

nur [nuːɐ̯] ADV

1. nur:

nur (bloß)

slechts

nur (ausschließlich)

alleen

nur (ausschließlich)

maar

nur (dann), wenn …

alleen, indien …

nicht nur …, (sondern) auch …

niet alleen …, (maar) ook …

nur noch frecher werden

alleen maar brutaler worden

es regnete nur so ugs

het regende dat het goot, verschrikkelijk

etw einfach nur so sagen

iets zomaar zeggen

nur zu!

vooruit (maar)!

nur zu!

toe maar!

2. nur (ruhig):

nur

toch (maar)

nur

maar

nur Geduld!

geduld maar!

was hast du nur? ugs

wat heb jij toch?

nur her damit! ugs

geef op!

er soll nur kommen!

laat hem maar komen!

ich meine (ja) nur so ugs

ik bedoel maar

pur [puːɐ̯] ADJ

1. pur (blank, bloß):

pur

puur

pur

zuiver

pur

louter

aus purer Neugierde ugs

zuiver uit nieuwsgierigheid

2. pur (rein):

pur

puur

pur

onvermengd

zur [ ͜tsuːɐ̯, ͜tsʊr]

zur = zu der

Spur <Spur, Spuren> [ʃpuːɐ̯] SUBST f

1. Spur (Fahrstreifen):

Spur

spoor nt ook fig.

Spur

rijbaan

Spur

spoorbreedte

jdm auf die Spur kommen

iem op het spoor komen

jdm auf die Spur kommen übtr

iem doorhebben

die Spur halten

in het spoor blijven

eine heiße Spur

een veelbelovend [o. concreet] spoor

2. Spur (kleine Menge):

Spur

klein beetje nt

nicht die Spur einer Chance haben

geen schijn van kans hebben [o. maken]

keine [o. nicht die] Spur! ugs

absoluut [o. helemaal] niet!

keine [o. nicht die] Spur! ugs

geen zier!

keine [o. nicht die] Spur! ugs

geen sprake van!

keine Spur von Furcht

geen spoortje [o. ziertje] vrees

(um) eine Spur zu groß

een kleinigheid [o. een ietsje] te groot

Flur¹ <Flur(e)s, Flure> [fluːɐ̯] SUBST m

Flur

gang

Flur

hal

Flur

vestibule

stur [ʃtuːɐ̯] ADJ

1. stur ugs:

stur (störrisch)

stug

stur (steif, starr)

stijf

stur (steif, starr)

strak

stur geradeaus

pal [o. recht] vooruit

2. stur ugs (uneinsichtig):

stur

koppig

stur

halsstarrig

auf stur schalten ugs

dwars gaan liggen

ein sturer Bock

een stijfkop

3. stur ugs (ohne abzuweichen):

stur

onverzettelijk

stur

hardnekkig

stur

onwrikbaar

stur nach Vorschrift

strikt volgens de voorschriften

sich stur stellen

onwrikbaar blijven

sich stur stellen

op zijn strepen (gaan) staan

Tour <Tour, Touren> [tuːɐ̯] SUBST f

1. Tour:

Tour (Geschäftsfahrt)

toer

Tour (Geschäftsfahrt)

tocht(je) nt

Tour (Ausflugsfahrt)

uitstapje nt

Tour TECH

omwenteling

auf Tour sein ugs

(rond)toeren

auf Tour gehen ugs

een tocht ondernemen

auf Tour gehen ugs

gaan toeren

auf Touren kommen

op toeren komen

auf Touren kommen ugs übtr (in Schwung kommen)

op dreef [o. gang] komen [o. raken]

auf Touren kommen ugs übtr (wütend werden)

kwaad worden

jdn auf Touren bringen ugs übtr

iem kwaad maken

auf vollen [o. höchsten] Touren laufen a. ugs übtr

op volle toeren draaien [o. werken]

2. Tour ugs abw:

Tour (Trick)

toer

Tour (Trick)

truc

Tour (Streich)

streek

immer die alte [o. dieselbe] Tour!

steeds weer dezelfde oude truc [o. het oude liedje] !

seine krummen Touren

zijn louche [o. slinkse] zaakjes [o. streken] [o. handeltjes]

die Tour zieht bei mir nicht!

die vlieger gaat bij mij niet op!

3. Tour ugs (Vorhaben):

Tour

plannetje nt

jdm die Tour vermasseln

iems plannetje verijdelen [o. bederven]

jdm die Tour vermasseln

bij iem roet in het eten gooien

4. Tour (tanzen):

Tour

figuur f of nt

Tour

draai

Tour

ronde

eine Tour tanzen

een figuur dansen

eine Tour tanzen

een rondje dansen

in einer Tour ugs

aan één stuk door

Aˈzur <Azurs> [aˈ͜tsuːɐ̯] SUBST m kein Pl geh

Azur

azuur nt

Azur

hemelsblauw(e kleur)

Einsprachige Beispiele (nicht von der PONS Redaktion geprüft)

Deutsch

Von 1993 bis 1994 war Cavigelli als Praktikant am Kantonsgericht Graubünden und von 1994 bis 1995 in der Kanzleigemeinschaft «Vincenz & Partner» in Chur tätig.

de.wikipedia.org

Seit seiner Pensionierung ist er als Lehrbeauftragter an der Hochschule für Technik und Wirtschaft in Chur und als Senior Partner der Unternehmungsberatung PRO4S&Partner tätig.

de.wikipedia.org

Zeitschrift für bündnerische Geschichte, Landes- u. Volkskunde» bei Gasser & Eggerlin in Chur gegründet und ist neben dem Bündner Kalender eine der ältesten Zeitschriften des Kantons.

de.wikipedia.org

Gegründet wurde die Zeitung 1852 von den Buchdruckern Pargätzi & Felix in Chur als Tagblatt für den Kt.

de.wikipedia.org

Kummler & Matter baute die Fahrleitungen Arth-Goldau-Zug, Lausanne-Sion, Bahnhof Thun, Aarau-Brugg, Bahnhof Olten, Olten-Aarburg, Bahnhof Bern, Daillens-Yverdon, Langenthal-Burgdorf, La Conversion-Grandvaux, Solothurn-Grenchen, Bahnhof Chur und Teile der Strecke Zürich-Luzern.

de.wikipedia.org