Übersetzungen für „vrijage“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈFra·ge <Frage, Fragen> [ˈfraːgə] SUBST f

1. Frage (zu beantwortende Äußerung):

Frage

vraag

auf eine Frage antworten

op een vraag antwoorden

was soll diese Frage?

dat spreekt toch vanzelf!

Fragen über Fragen stellen

de ene vraag na de andere stellen

eine verfängliche Frage

een strikvraag

eine Frage zum Inhalt einer Erklärung

een vraag naar de inhoud van een verklaring

2. Frage:

Frage (Betracht)

vraag(stuk)

Frage (Problem)

kwestie

Frage (Problem)

probleem nt

Sein oder Nichtsein, das ist hier die Frage

zijn of niet zijn, dat is de vraag [o. kwestie]

Sein oder Nichtsein, das ist hier die Frage

zijn of niet zijn, daar gaat het om

eine Frage klären

een probleem oplossen

es erhebt sich die Frage, ob …

de vraag rijst, of …

das ist/steht außer Frage

dat is/staat buiten kijf

in Frage kommen

in aanmerking komen

in Frage stehen

onzeker [o. twijfelachtig] zijn

etw in Frage stellen

iets in twijfel trekken

das kommt nicht in Frage! ugs

(dat is) uitgesloten!

das kommt nicht in Frage! ugs

(daar is) geen sprake van!

alles wird dadurch in Frage gestellt

alles komt daardoor op losse schroeven te staan

das ist gar keine Frage

dat is, staat buiten kijf

das ist gar keine Frage

dat is vanzelfsprekend

ohne Frage

ongetwijfeld

ohne Frage

zonder twijfel

Vi·ˈsa·ge <Visage, Visagen> [viˈzaːʒə] SUBST f ugs abw

Visage

smoel

Visage

tronie

ˈBei·la·ge <Beilage, Beilagen> SUBST f

Beilage

bijlage

Beilage

bijvoegsel nt

Beilage (zu Speisen)

bijgerecht nt

Fleisch ohne Beilage

vlees zonder iets (er)bij