Niederländisch » Deutsch

be·grip <begrip|pen> [bəɣrɪp] SUBST nt

2. begrip (denkbeeld):

Idee f

3. begrip (eenheid van denken):

5. begrip (samenvattende inhoud):

Abriss m

be·grij·pend [bəɣrɛipənt] ADJ

be·gra·ven <begroef, h. begraven> [bəɣravə(n)] VERB trans

1. begraven (onder, in de aarde bergen):

2. begraven (m.b.t. een dode):

beisetzen form

be·gre·pen VERB

1. begrepen 3. Pers Pl Imperf van begrijpen

2. begrepen volt. deelw. van begrijpen

Siehe auch: begrijpen

be·groe·ven VERB

begroeven 3. Pers Pl Imperf van begraven

Siehe auch: begraven

be·gra·ven <begroef, h. begraven> [bəɣravə(n)] VERB trans

1. begraven (onder, in de aarde bergen):

2. begraven (m.b.t. een dode):

beisetzen form

be·grij·pe·lijk <begrijpelijke, begrijpelijker, begrijpelijkst> [bəɣrɛipələk] ADJ


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski