Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: bewolking , inwoning , bovenwoning , bewondering , bewapening , bewoording , modelwoning , benedenwoning , paalwoning , krotwoning , kijkwoning , premiewoning , aanleunwoning , montagewoning , starterswoning , bewoonster , bewoonbaar , bewolken und bewonderen

be·wol·king <bewolking|en> [bəwɔlkɪŋ] SUBST f

in·wo·ning [ɪnwonɪŋ] SUBST f geen Pl

be·won·de·ring [bəwɔndərɪŋ] SUBST f geen Pl

bo·ven·wo·ning <bovenwoning|en> [bovə(n)wonɪŋ] SUBST f

be·woor·ding <bewoording|en> [bəwordɪŋ] SUBST f

be·wa·pe·ning [bəwapənɪŋ] SUBST f geen Pl

mo·del·wo·ning <modelwoning|en> [modɛlwonɪŋ] SUBST f

be·ne·den·wo·ning SUBST f

benedenwoning → benedenhuis

Siehe auch: benedenhuis

be·ne·den·huis <beneden|huizen> [bənedə(n)hœys] SUBST nt

kijk·wo·ning <kijkwoning|en> [kɛikwonɪŋ] SUBST f belg

krot·wo·ning SUBST f

krotwoning → krot

Siehe auch: krot

krot <krot|ten> [krɔt] SUBST nt

paal·wo·ning <paalwoning|en> [palwonɪŋ] SUBST f

pre·mie·wo·ning <premiewoning|en> [premiwonɪŋ] SUBST f

mon·ta·ge·wo·ning <montagewoning|en> [mɔntaʒəwonɪŋ] SUBST f

aan·leun·wo·ning <aanleunwoning|en> [anlønwonɪŋ] SUBST f

be·won·de·ren <bewonderde, h. bewonderd> [bəwɔndərə(n)] VERB trans

be·wol·ken <bewolkte, h./i. bewolkt> [bəwɔlkə(n)] VERB intr

1. bewolken (betrekken):

bewolken
sich bewölken
bewolken
sich beziehen

be·woon·baar [bəwombar] ADJ

be·woon·ster <bewoonster|s> [bəwonstər] SUBST f

bewoonster weibliche Form von bewoner

Siehe auch: bewoner

be·wo·ner <bewoner|s> [bəwonər] SUBST m

star·ters·wo·ning <starterswoning|en> SUBST f

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste