Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: bijster , tuinier , bieder , bier , manier , bijdoen , bijzit , bijzin , bijten , bijles , bijeen , bijbel , bijwerk , bijnaam , bijzijn und bijna

bijs·ter1 [bɛistər] ADJ

bij·na [bɛina] ADV

bij·zijn [bɛizɛin] SUBST nt geen Pl

bij·naam <bij|namen> [bɛinam] SUBST m

1. bijnaam (spotnaam):

bijnaam
Spitzname m
bijnaam
Scherzname m

bij·werk <bijwerk|en> [bɛɪwɛrək] SUBST nt

1. bijwerk (onbelangrijk werk):

bijwerk
Nebenarbeit f

2. bijwerk (versiering):

bijwerk
Beiwerk nt
bijwerk
Staffage f

bij·bel <bijbel|s> [bɛibəl] SUBST m

bij·een [bɛien] ADV

bij·les <bijles|sen> [bɛilɛs] SUBST f

bij·ten1 <beet, h. gebeten> [bɛitə(n)] VERB trans

1. bijten (door bijten in een toestand brengen):

bijten
zerbeißen
bijten
durchbeißen
iets stuk bijten
etw zerbeißen

2. bijten (kortaf zeggen):

bijten
schnauzen

bij·zin <bijzin|nen> [bɛizɪn] SUBST m

bij·zit <bijzit|ten> [bɛɪzɪt] SUBST f

bij·doen <deed bij, h. bijgedaan> [bɛɪdun] VERB trans

ma·nier <manier|en> [manir] SUBST f

bier <bier|en> [bir] SUBST nt

bie·der <bieder|s> [bidər] SUBST m

tui·nier <tuinier|s> [tœynir] SUBST m

1. tuinier (tuinman):

tuinier
Gärtner m

2. tuinier (liefhebber van tuinieren):

tuinier
Gärtner m
tuinier
Hobbygärtner m
tuinier
Gartenfreund m

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste