Übersetzungen für „Dolomieten“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

di·plo·ˈmie·ren [diploˈmiːrən] VERB trans

diplomieren

diplomeren

ver·ˈmie·ten VERB trans

vermieten

verhuren

vermieten

verpachten

Zimmer zu vermieten

kamer te huur

Do·lo·ˈmit <Dolomits, Dolomite> [doloˈmiːt, -ˈmɪt] SUBST m

Dolomit

dolomiet

Dolomit

bitterkalk

ˈdar·bie·ten¹ [ˈdaːɐ̯-] VERB trans unreg

1. darbieten geh (aufführen):

darbieten

opvoeren

darbieten

vertonen

darbieten

ten gehore brengen

2. darbieten geh (anbieten, präsentieren):

darbieten

aanbieden

darbieten

presenteren

ge·ˈbie·ten² [gəˈbiːtn̩] VERB trans geh (verlangen, erfordern)

gebieten

gebieden

gebieten

bevelen

gebieten

afdwingen

gebieten

vereisen

Ehrfurcht gebieten

eerbied afdwingen

Eile war geboten

er was haast bij

ˈan·bie·ten¹ VERB trans unreg

1. anbieten (sich zur Verfügung stellen):

anbieten

(aan)bieden

anbieten

presenteren

anbieten

ter beschikking stellen

jdm seine Dienste/Hilfe anbieten

iem zijn diensten/hulp aanbieden

jdm Prügel anbieten iron

iem met een pak slaag dreigen

2. anbieten (beim Kennenlernen):

anbieten

(aan)bieden

anbieten

voorstellen

jdm das Du anbieten

iem voorstellen elkaar te tutoyeren

ˈauf·bie·ten VERB trans unreg

1. aufbieten (anwenden):

aufbieten

aanwenden

aufbieten

gebruiken

aufbieten

inspannen

2. aufbieten (einschalten):

aufbieten

oproepen

aufbieten

inschakelen

die Polizei aufbieten

de politie inschakelen [o. inzetten]

3. aufbieten (bei einer Auktion):

aufbieten

inzetten

ver·ˈbie·ten¹ [fɛɐ̯ˈbiːtn̩] VERB trans unreg

verbieten

verbieden

verbieten

niet toestaan

jdm das Haus verbieten

iem de toegang tot het huis ontzeggen

ver·ˈnie·ten VERB trans

vernieten

klinken

vernieten

dichtklinken

vernieten

vastklinken

ˈfeil·bie·ten VERB trans unreg geh

feilbieten

veil bieden

feilbieten

te koop aanbieden

über·ˈbie·ten VERB trans unreg

1. überbieten (durch höheres Gebot übertreffen):

überbieten

hoger [o. meer] bieden (dan)

überbieten

overbieden

überbieten

afmijnen

sich überbieten

tegen elkaar opbieden

2. überbieten SPORT:

überbieten

overtreffen

einen Rekord (um einen Meter) überbieten

een record (met één meter) verbeteren

das war einfach nicht zu überbieten a. übtr

daar was [o. viel] gewoon niet aan te tippen

ˈvor·be·ten VERB trans

1. vorbeten:

vorbeten

voorbidden

2. vorbeten übtr:

vorbeten

steeds opnieuw uitleggen