Übersetzungen für „Probleme“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

pro·bleem <pro|blemen> [problem] SUBST nt

probleem

Problem nt

een probleem aanpakken

an ein Problem herangehen

ergens geen probleem van maken

kein Problem daraus machen

in de problemen zitten/raken

Schwierigkeiten haben/in Schwierigkeiten geraten

pro·ble·ma·tiek [problematik] SUBST f geen Pl

problematiek

Problematik f

pro·be·ren <probeerde, h. geprobeerd> [proberə(n)] VERB trans

proberen

probieren

proberen

versuchen

proberen (proeven)

kosten

ja, probeer het eens!

untersteh dich!

het valt te proberen

es kommt auf den Versuch an

probeert u deze wijn eens

kosten Sie mal diesen Wein

we hebben al van alles geprobeerd

wir haben schon alles ausprobiert

pro·beer·sel <probeersel|s> [probersəl] SUBST nt

probeersel

Versuch m

pro·bleem·loos [problemlos] ADJ

probleemloos

problemlos

pro·ble·ma·tisch <problematische, problematischer, meest problematisch> [problematis] ADJ

problematisch

problematisch

problematisch (twijfelachtig)

zweifelhaft

problematisch (twijfelachtig)

fraglich