Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bijhoudt“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

Meintest du vielleicht: bijhouden , bijenhouder , bijhuis , vrijhouden , bijeenhouden , bijdoen , bijzit , bijrol , huishoudtrap , zoudt und bijhalen

bij·hou·den <hield bij, h. bijgehouden> [bɛihɑudə(n)] VERB trans

1. bijhouden (houden bij iets anders):

houd je bord bij

halt deinen Teller näher heran

2. bijhouden:

bijhouden (gelijk blijven)

mithalten ugs

bijhouden (gelijk blijven)

bijhouden (tempo, ontwikkeling)

de gebeurtenissen bijhouden

die Ereignisse verfolgen

de vakliteratuur bijhouden

hinsichtlich der Fachliteratur Gen auf der Höhe bleiben

3. bijhouden:

bijhouden (niet achter laten raken)

nicht in Rückstand geraten

bijhouden (boeken)

bijhouden (talen)

bij·en·hou·der <bijenhouder|s> [bɛiə(n)hɑudər] SUBST m

bijenhouder

Imker m

bijenhouder

Bienenzüchter m

bij·huis <bijhuizen> [bɛɪhœys] SUBST nt belg

Filiale f

Zweigniederlassung f

vrij·hou·den <hield vrij, h. vrijgehouden> [vrɛihɑudə(n)] VERB trans

bij·een·hou·den <hield bijeen, h. bijeengehouden> [bɛɪenhɑudə(n)] VERB trans

bijeenhouden

bijeenhouden

beisammenhalten

bij·ha·len <haalde bij, h. bijgehaald> [bɛɪhalə(n)] VERB trans

bijhalen (stoelen e.d.)

zoudt VERB

zoudt 3. Pers Sg Imperf van zullen¹, zullen², zullen³

Siehe auch: zullen , zullen , zullen

zul·len³ <zou> [zʏlə(n)] VERB intr

wat zou dat?

zul·len² <zou> [zʏlə(n)] VERB mod Aux

zou je niet eens naar bed gaan?

solltest du nicht allmählich ins Bett gehen?

het zal je gebeuren!

stell dir das mal vor!

het zou wat

na, und?

je zult dat laten

du sollst das lassen

men zou menen (dat ...)

man sollte meinen, (dass ...)

hij zou zijn ouders niet meer terugzien

er sollte seine Eltern nicht wiedersehen

de trein zou juist vertrekken

der Zug sollte gerade abfahren

dat zal wel

dat zal wel

ah ja?

het zal je kind maar wezen! iron

≈ mit so einem Kind hat man aber wirklich Glück!

wie zou daar wonen?

wer mag dort wohnen?

wij zouden om 9 uur bij het station zijn (afspraak)

wir sollten um 9 Uhr am Bahnhof sein

zul·len¹ <zou> [zʏlə(n)] VERB Aux

1. zullen (ter vorming van de toekomende tijd):

je zult er eens spijt van hebben

das wird dir noch leidtun

(als bedreiging) wacht maar, ik zal je!

na, warte! dich werde ich schon noch kriegen!

ik zal eens kijken

ich will mal sehen

ik heb beloofd te zullen komen

ich habe versprochen zu kommen

dat zul je nu altijd zien!

es ist immer (wieder) dasselbe!

2. zullen (ter vorming van de conditionalis):

zou je denken?

ik zou het doen

ich würde es tun

zou je ze niet?

ich könnte sie ohrfeigen!

huis·houd·trap <huishoudtrap|pen> [hœyshɑutrɑp] SUBST f

huishoudtrap

bij·rol <bijrol|len> [bɛirɔl] SUBST f

bij·zit <bijzit|ten> [bɛɪzɪt] SUBST f

bij·doen <deed bij, h. bijgedaan> [bɛɪdun] VERB trans

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski