Niederländisch » Deutsch

moor·kop <moorkop|pen> [morkɔp] SUBST m

hard·op [hɑrtɔp] ADV

dood·op [dotɔp] ADJ

oord <oord|en> [ort] SUBST nt

voor·op [vorɔp] ADV

1. voorop (aan de voorzijde op iets):

2. voorop (aan het hoofd):

voorop de tamboer- majoor

3. voorop (in de eerste plaats):

kor·don <kordon|s> [kɔrdɔn] SUBST nt (keten van posten, personen)

oor·deel <oor|delen> [ordel] SUBST nt

1. oordeel (uitspraak):

Urteil nt

ei·er·dop <eierdop|pen> [ɛiərdɔp] SUBST m

1. eierdop (schaal):

2. eierdop (eetgerei):

door·dat [dordɑt] KONJ


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski