Übersetzungen für „spoedbehandeling“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

shock·be·han·de·ling SUBST f

shockbehandeling → shocktherapie

Siehe auch: shocktherapie

shock·the·ra·pie [ʃɔkterapi] SUBST f geen Pl

shocktherapie

Schocktherapie f

shocktherapie

Schockbehandlung f

schok·be·han·de·ling <schokbehandeling|en> [sxɔɡbəhɑndəlɪŋ] SUBST f

schokbehandeling

Schockbehandlung f

spoed·be·stel·ling <spoedbestelling|en> [spudbəstɛlɪŋ] SUBST f

spoedbestelling

Sofortbestellung f

spoedbestelling

Eilbestellung f

spoedbestelling (bezorging)

Eilzustellung f

be·han·de·ling <behandeling|en> [bəhɑndəlɪŋ] SUBST f

1. behandeling (het omgaan met iets, iem):

behandeling

Behandlung f

uw klacht is in behandeling

Ihre Klage wird behandelt

2. behandeling (geneeskundige verzorging):

behandeling

Behandlung f

onder behandeling staan

in Behandlung sein

3. behandeling (uiteenzetting):

behandeling

Behandlung f

behandeling

Erörterung f

behandeling

Besprechung f

na·be·han·de·ling <nabehandeling|en> [nabəhɑndəlɪŋ] SUBST f

nabehandeling

Nachbehandlung f

nabehandeling (kuur)

Nachkur f

spoed·zen·ding SUBST f

spoedzending → spoedstuk

Siehe auch: spoedstuk

spoed·stuk <spoedstuk|ken> [sputstʏk] SUBST nt

spoedstuk

Eilsendung f

spoedstuk (brief)

Eilbrief m

spoed·ver·ga·de·ring <spoedvergadering|en> [sputfərɣadərɪŋ] SUBST f

spoedvergadering

kurzfristig einberufene Besprechung f

on·der·han·de·ling <onderhandeling|en> [ɔndərhɑndəlɪŋ] SUBST f

onderhandeling

Verhandlung f

onderhandeling pol. (militaire conflicten)

Unterhandlung f

door onderhandelingen

auf dem Verhandlungswege

voor·keurs·be·han·de·ling <voorkeursbehandeling|en> [vorkørzbəhɑndəlɪŋ] SUBST f

voorkeursbehandeling

Sonderbehandlung f

ver·han·de·ling <verhandeling|en> [vərhɑndəlɪŋ] SUBST f

1. verhandeling (het handel drijven):

verhandeling

Handel m

aandelen ter verhandeling op de beurs aanbieden

an der Börse Aktien zum Verkauf anbieten

2. verhandeling:

verhandeling (betoog: mondeling)

Vortrag m

verhandeling (betoog: schriftelijk)

Abhandlung f

han·de·ling <handeling|en> [hɑndəlɪŋ] SUBST f

1. handeling lit.:

handeling (daad)

Handlung f

handeling (het verrichten)

Verrichtung f

met een paar eenvoudige handelingen is de fiets uit elkaar te halen

mit ein paar einfachen Handgriffen kann man das Fahrrad zerlegen

een onrechtmatige handeling

eine unrechtmäßige Handlung

de vaste handelingen bij het naar bed gaan

die gleich bleibenden Verrichtungen beim Zubettgehen

2. handeling (verslag van een vergadering):

handeling

Sitzungsprotokoll nt

3. handeling (beraadslaging):

handeling

Beratung f

handeling ook pol.

Debatte f

handelingen over de herziening van de grondwet

Debatten über die Grundgesetzänderung

af·han·de·ling <afhandeling|en> [ɑfhɑndəlɪŋ] SUBST f

afhandeling

Erledigung f

afhandeling

Abwicklung f

mis·han·de·ling <mishandeling|en> [mɪshɑndəlɪŋ] SUBST f

mishandeling

Misshandlung f

mishandeling

Quälerei f

mishandeling van dieren

Tierquälerei f

rechts·han·de·ling <rechtshandeling|en> [rɛx(t)shɑndəlɪŋ] SUBST f jur.

rechtshandeling

Rechtsgeschäft nt

die·ren·mis·han·de·ling [dirə(n)mɪshɑndəlɪŋ] SUBST f geen Pl

dierenmishandeling

Tierquälerei f

spoe·ling <spoeling|en> [spulɪŋ] SUBST f

spoeling

Spülung f

spoeling (haarkleuring)

Tönungswäsche f

spoed·ge·val <spoedgeval|len> [sputxəvɑl] SUBST nt

spoedgeval

dringende(r) Fall m

spoedgeval

Dringlichkeitsfall m

spoedgeval med.

Notfall m

wan·de·ling <wandeling|en> [wɑndəlɪŋ] SUBST f

1. wandeling:

wandeling (tochtje)

Spaziergang m

wandeling (door een stad)

Stadtbummel m

een wandeling maken

einen Spaziergang machen

een wandeling maken

spazieren gehen

2. wandeling (afstand):

wandeling

Stück nt

wandeling

Strecke f

in de wandeling

im Allgemeinen

in de wandeling

(für) gewöhnlich