Niederländisch » Deutsch

ama·zo·ne [amazɔːnə]

amazone [[o. ɑmɑzonə]] amazone|s SUBST f:

zeiden VERB

zeiden 3. Pers Pl Imperf van zeggen²

Siehe auch: zeggen , zeggen

zeg·gen2 <zei/zegde, h. gezegd> [zɛɣə(n)] VERB trans

ze zeggen dat ...
es heißt, dass
ze zeggen dat ...
man sagt, dass ...
sagen wir, dass
wat zegt u?

zei·ken <zeikte/zeek, h. gezeikt/gezeken> [zɛikə(n)] VERB intr

2. zeiken (pissen):

pissen ugs

3. zeiken (stortregenen):

pissen ugs

zeil·boot <zeil|boten> [zɛilbot] SUBST f

zeil·doek [zɛilduk] SUBST nt of m geen Pl


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski