Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „opgaaf“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

op·gaan: Verb
op·gaand: Adjektiv und Adverb
op·gang: Nomen
op·ga·ve: Nomen
oc·taaf: Nomen
gaaf: Adverb
opaal: Nomen
op·maak: Nomen
loop·graaf: Nomen

Meintest du vielleicht: opgaan , opgaand , loopgraaf , opmaak , opaal , gaaf , octaaf , opgave und opgang

op·gaan <ging op, i. opgegaan> [ɔpxan] VERB intr

1. opgaan:

opgaan (stijgen: ballon)

opgaan (stijgen: trap)

er gaan stemmen op übtr

es werden Stimmen laut

2. opgaan (zon):

3. opgaan:

de straat opgaan (zich begeven naar)

auf die Straße gehen

4. opgaan ugs (opraken):

zijn geld gaat op aan reizen

er gibt sein ganzes Geld für Reisen aus

die wijn gaat vanavond nog wel op

der Wein wird heute Abend schon noch alle

5. opgaan (juist zijn):

die stelling/vergelijking gaat niet op

diese Behauptung/dieser Vergleich trifft nicht zu

6. opgaan (in beslag genomen worden):

in zijn werk opgaan

in seiner Arbeit aufgehen

7. opgaan (delingen):

8. opgaan (in elkaar overgaan):

in de menigte opgaan

sich in der Menge verlieren

het doek ging op

der Vorhang hob sich

in rook opgaan (verbranden)

in Rauch aufgehen

in rook opgaan übtr

sich in Rauch auflösen

in vlammen opgaan

in Flammen aufgehen

op·gaand [ɔpxant] ADJ

1. opgaand (opkomend):

de opgaande zon

die aufgehende Sonne

2. opgaand (opwaarts gericht):

het ontwikkelt zich in opgaande lijn

es macht Fortschritte

3. opgaand (klimmend):

een opgaande weg

eine ansteigende Straße

op·gang [ɔpxɑŋ] SUBST m geen Pl

1. opgang (zon):

Aufgang m

2. opgang (trap):

Aufgang m

opgang maken (succes)

opgang maken (trend)

op·ga·ve <op|gaven> [ɔpxavə] SUBST f

1. opgave (vermelding):

Angabe f

met opgave van redenen

mit Angabe der Gründe

2. opgave (opsomming):

Liste f

3. opgave (vraagstuk):

Aufgabe f

4. opgave (taak):

Aufgabe f

wij staan hier voor een moeilijke opgave

wir stehen hier vor einer schweren Aufgabe

5. opgave SPORT (het opgeven):

Aufgabe f

oc·taaf <octaven> [ɔktaf] SUBST nt of m of f

Oktave f

een octaaf hoger/lager

eine Oktave höher/tiefer

gaaf¹ [ɣaf] ADV (geheel en al)

gaaf

iets gaaf aannemen

etw vorbehaltlos annehmen

gaaf en glad iets toestemmen

etw Dat voll und ganz zustimmen

opaal¹ <opalen> [opal] SUBST m (steen)

Opal m

op·maak [ɔpmak] SUBST m geen Pl

1. opmaak druk.:

Layout nt

2. opmaak (make-up):

Make-up nt

loop·graaf <loop|graven> [lopxraf] SUBST f

Schützengraben m

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski