Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: africhten , aanrichten , vakgericht , berichten , ontwrichten , onderrichten , verrichten , oprichter , oprichten , inrichter , inrichten , ijsbericht , kindgericht , gerichtheid und doelgericht

af·rich·ten <richtte af, h. afgericht> [ɑfrɪxtə(n)] VERB trans

be·rich·ten <berichtte, h. bericht> [bərɪxtə(n)] VERB trans

vak·ge·richt [vɑkxərɪxt] ADJ

aan·rich·ten <richtte aan, h. aangericht> [anrɪxtə(n)] VERB trans

doel·ge·richt [dulɣərɪxt] ADJ

ge·richt·heid <gericht|heden> [ɣərɪxthɛɪt] SUBST f

1. gerichtheid (oogmerk, intentie):

gerichtheid
Ausrichtung f
gerichtheid
Ausgerichtetsein nt

2. gerichtheid (geaardheid, neiging):

gerichtheid
Veranlagung f
gerichtheid
Neigung f

kind·ge·richt [kɪntxərɪxt] ADJ

ijs·be·richt <ijsbericht|en> [ɛɪzbərɪxt] SUBST nt

in·rich·ten <richtte in, h. ingericht> [ɪnrɪxtə(n)] VERB trans

in·rich·ter <inrichter|s> [ɪnrɪxtər] SUBST m belg

op·rich·ten2 <richtte zich op, h. zich opgericht> [ɔprɪxtə(n)] VERB wk ww

oprichten zich oprichten (zich verheffen):

oprichten
sich aufrichten
oprichten
sich erheben

op·rich·ter <oprichter|s> [ɔprɪxtər] SUBST m

ver·rich·ten <verrichtte, h. verricht> [vərɪxtə(n)] VERB trans

on·der·rich·ten <onderrichtte, h. onderricht> [ɔndərɪxtə(n)] VERB trans

1. onderrichten (onderwijzen):

onderrichten
unterrichten
onderrichten
unterweisen

ont·wrich·ten <ontwrichtte, h. ontwricht> [ɔntwrɪxtə(n)] VERB trans

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste