Übersetzungen für „Pu“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

puf [pʏf] SUBST f geen Pl

puf (fut)

Puste f

puf (fut)

Schwung m

puf (durf)

Mumm m

ik heb geen puf meer

mir fehlt der Schwung

ergens de puf niet meer voor hebben

zu etw keine Puste mehr haben

pui <pui|en> [pœy] SUBST f

pui (gevel)

untere Front f

pui (gevel)

untere Fassade f

pui (van winkel)

Ladenfront f

puk <puk|ken> [pʏk] SUBST m

puk

Knirps m

pul <pul|len> [pʏl] SUBST f

1. pul (bierkan):

pul

Krug m

2. pul (vaas):

pul

Vase f

pus [pʏs] SUBST nt of m geen Pl

pus

Eiter m

put <put|ten> [pʏt] SUBST m

1. put (waterput):

put

Brunnen m

dat is een bodemloze put übtr

das ist ein Fass ohne Boden

in de put zitten übtr

niedergeschlagen sein

iem uit de put halen übtr

jdn aufmuntern

2. put:

put (afvoerput: straat)

Gully m

put (afvoerput: sanitair)

Abfluss m

3. put (kuil):

put

Grube f

putjes in de wangen

Grübchen in den Wangen

4. put (boorput):

put

Bohrloch nt

5. put (bouwput):

put

Baugrube f

(in het) putje (van de) winter belg

mitten im Winter

(in het) putje (van de) winter belg

im tiefsten Winter

pulp [pʏlp] SUBST f geen Pl

1. pulp (papachtige brij):

pulp

Pulp m

2. pulp (houtpap):

pulp

Papierbrei m

3. pulp:

pulp übtr abw lit., FILM

Schund m

pump <pump|s> [pʏmp] SUBST m

pump

Pumps m

puur² [pyr] ADV

1. puur (alleen):

puur

bloß

puur

lediglich

ze deed het puur om hem te plagen

sie tat es bloß, um ihn zu ärgern

iets puur uit gewoonte doen

etw aus purer Angewohnheit tun

2. puur (geheel en al):

puur

durch und durch

hij is puur slecht

er ist durch und durch schlecht

puck <puck|s> [pʏk] SUBST m

puck

Puck m

puik <puike, puiker, puikst> [pœyk] ADJ

1. puik (van goede kwaliteit):

puik

feinst

puike haring

feinster Hering

2. puik (voortreffelijk):

puik

prima

er puik uitzien

prima aussehen

puin [pœyn] SUBST nt geen Pl

1. puin:

puin (vergruizelde steen)

Schutt m

puin (puinhopen)

Trümmer Pl

puin (weg- en waterbouw)

Schotter m

het huis stortte in puin

das Haus sank in Tümmer

hij heeft zijn brommer in puin gereden ugs

er hat sein Moped zu Schrott gefahren

onder het puin bedolven

verschüttet

verboden puin te storten

Schutt abladen verboten!

2. puin übtr (onbruikbaar materiaal):

puin

Ausschuss m

puin

Tinnef m ugs

punk <punk|s> [pʏŋk] SUBST m

1. punk (punkbeweging):

punk

Punk m

2. punk (punker):

punk

Punker m

punt¹ <punt|en> [pʏnt] SUBST m

1. punt (puntig uiteinde, van iets plats):

punt

Ecke f

punt

Kante f

wij voeren om de punt van Afrika heen

wir fuhren um den äußersten Zipfel Afrikas

een punt van de taart

ein Stück Torte

de punt van de tafel

die Ecke [o. Kante] des Tisches

2. punt (spits toelopend gedeelte):

punt

Spitze f

de punt van de handdoek

der Zipfel eines Handtuches

hij zat op de punt van zijn stoel

er fiel fast vom Stuhl

hij zat op de punt van zijn stoel übtr

er war ganz (Auge und) Ohr

een punt aan een potlood slijpen

einen Bleistift spitzen

de punt van een speld/van een mes

die Spitze einer Stecknadel/eines Messers

je kunt er een punt aan zuigen übtr

davon kannst du dir eine Scheibe abschneiden

pauk <pauk|en> [pɑuk] SUBST f

pauk

Pauke f

paus <paus|en> [pɑus] SUBST m

paus

Papst m

een toespraak van Paus Johannes Paulus II

eine Ansprache des Papstes Johannes Paul des Zweiten

roomser zijn dan de paus übtr

päpstlicher sein als der Papst

pauw <pauw|en> [pɑu] SUBST m (vogel)

pauw

Pfau m

zo trots als een pauw

stolz wie ein Pfau

de pauw zet zijn staart op

der Pfau schlägt ein Rad

peuk <peuk|en> [pøk] SUBST m

1. peuk (eindje sigaar):

peuk

Stummel m

2. peuk (sigaret):

peuk

Kippe f

peuk

Glimmstängel m scherzh

een peuk uitdrukken

eine Kippe ausdrücken

peul <peul|en> [pøl] SUBST f

1. peul (schil van peulvruchten):

peul

Schote f

peul

Hülse f

2. peul (doosvrucht):

peul

Hülsenfrucht f

peut <peut|en> [pøt] SUBST m

1. peut:

peut (petroleum)

Petroleum nt

peut (benzine)

Benzin nt

2. peut (terpentijn):

peut

Terpentin nt

3. peut (klap):

peut

Schlag m