Übersetzungen für „lating“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

la·ding <lading|en> [ladɪŋ] SUBST f

1. lading elek.:

lading

Ladung f

2. lading (vracht):

lading

Ladung f

lading

Last f

de vlag dekt de lading übtr

es entspricht den Erwartungen

hij heeft er een hele lading van ugs

er hat ganze Ladungen davon

een schip met volle lading

ein voll beladenes Schiff

3. lading (ontplofbare stof):

lading

Ladung f

lo·ting <loting|en> [lotɪŋ] SUBST f

loting

Losen nt

loting

Auslosung f

loting

Verlosung f

bij [o. door ] loting

durch das Los

bij [o. door ] loting

im Losverfahren

lan·ding <landing|en> [lɑndɪŋ] SUBST f

landing

Landung f

de landing op het water

die Wasserlandung

de landing op het water

die Landung auf dem Wasser

cas·ting <casting|s> [kɑːstɪŋ] SUBST f

casting

Besetzung f

lis·ting <listing|s> SUBST m

1. listing (lijst):

listing

Auflistung f

listing

Verzeichnis nt

listing

Listing nt kein Pl

2. listing (vermelding op een lijst):

listing

Nennung auf einer Liste

pla·ti·na² [platina] ADJ

platina

aus Platin

platina

Platin-

een platina ring

ein Platinring

la·ten² <liet, h. gelaten> [latə(n)] VERB mod Aux

1. laten (wenselijkheid, aansporing):

laten

lassen

laat ik beginnen met te zeggen, dat …

ich will [o. möchte] zunächst sagen, dass …

laten wij gaan

lass [o. lasst] [o. lassen Sie] uns gehen

laten wij elkaar helpen

wir wollen uns gegenseitig helfen

laten wij elkaar helpen

helfen wir uns gegenseitig

laat hij maar komen!

er soll nur kommen!

laten we nu maar opschieten

wir müssen uns jetzt aber beeilen

2. laten (mogelijkheid):

laten

mögen

laat ze mooi zijn, erg verstandig is ze niet

sie mag hübsch sein, sehr klug ist sie nicht

Wendungen:

laat het nu net beginnen te gieten (in uitroepen)

und gerade jetzt muss es anfangen zu gießen

la·tent [latɛnt] ADJ

latent

latent

me·ting <meting|en> [metɪŋ] SUBST f

meting

Messung f

ui·ting <uiting|en> [œytɪŋ] SUBST f

uiting

Ausdruck m

uiting (uitlating)

Äußerung f

uiting geven aan zijn tevredenheid

seine Zufriedenheit zum Ausdruck bringen

uiting geven aan zijn tevredenheid

seiner Zufriedenheit Ausdruck verleihen

alle mogelijke uitingen van kunst

alle möglichen Ausdrucksformen der Kunst

tot uiting komen in

zum Ausdruck kommen in +Dat

een uiting van wantrouwen

ein Ausdruck des Misstrauens

La·tijns [latɛins] ADJ

1. Latijns (in, het Latijn):

Latijns

lateinisch

Latijnse kerk

lateinische [o. abendländische] Kirche f

2. Latijns:

Latijns (Romaans)

romanisch

Latijns (het oude Rome)

römisch

de Latijnse volkeren

die romanischen Völker

3. Latijns (westers):

Latijns

abendländisch

ach·ting [ɑxtɪŋ] SUBST f geen Pl

achting

Achtung f

achting

Respekt m

achting voor iem hebben

Respekt vor jdm haben

fit·ting <fitting|s, fitting|en> [fɪtɪŋ] SUBST m

1. fitting (lampen):

fitting

Fassung f

2. fitting (buisleidingen):

fitting

Fitting nt fachspr

hos·ting [hostɪŋ] SUBST f geen Pl

hosting

Hosting nt

mee·ting <meeting|s> [miːtɪŋ] SUBST f

meeting

Treffen nt

meeting

Meeting nt

rot·ting [rɔtɪŋ] SUBST f geen Pl (bederf)

rotting

Fäulnis f

rotting

Fäule f form

ves·ting <vesting|en> [vɛstɪŋ] SUBST f

vesting

Festung f

wij·ting <wijting|en> [wɛitɪŋ] SUBST m

wijting

Wittling m

wijting

Merlan m

zet·ting <zetting|en> [zɛtɪŋ] SUBST f

1. zetting:

zetting ((wijze van) het zetten: druk)

Satz m

zetting ((wijze van) het zetten: edelstenen)

Fassung f

2. zetting muz.:

zetting

Arrangement nt

3. zetting (het vaststellen van een bedrag):

zetting

Festsetzung f

de zetting van de belasting

die Steuerveranlagung

4. zetting (verzakking):

zetting

Setzung f

de zetting van metselwerk

die Setzung des Mauerwerks

gis·ting <gisting|en> [ɣɪstɪŋ] SUBST f

1. gisting (fermentatie):

gisting

Gärung f

gisting

Vergärung f

alcoholische gisting

alkoholische Gärung f

2. gisting übtr:

gisting

Gärung f

mijn bloed raakte in gisting

mein Blut geriet in Wallung