Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „hebi“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)
Meintest du vielleicht: hebt , heb und hei

hei <hei|en> [hɛi] SUBST f (toestel om te heien)

heb VERB

heb 1. Pers Sg Präs van hebben¹, hebben²

Siehe auch: hebben , hebben , hebben

hebben3 VERB

hebben 1., 2., 3. Pers Pl Präs van hebben¹, hebben²

heb·ben2 <had, h. gehad> [hɛbə(n)] VERB trans

es scheint, dass
wat moet je (van me) hebben? abw

heb·ben1 <had, h. gehad> [hɛbə(n)] VERB Aux (ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoord)

hebt VERB

hebt 2. Pers Sg Präs van hebben¹, hebben²

Siehe auch: hebben , hebben , hebben

hebben3 VERB

hebben 1., 2., 3. Pers Pl Präs van hebben¹, hebben²

heb·ben2 <had, h. gehad> [hɛbə(n)] VERB trans

es scheint, dass
wat moet je (van me) hebben? abw

heb·ben1 <had, h. gehad> [hɛbə(n)] VERB Aux (ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoord)


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski