Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „laten“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

la·ten1 <liet, h. gelaten> [latə(n)] VERB trans

1. laten (toestaan, niet verhinderen):

laten
iets laten lopen
een plan laten varen

3. laten (veroorzaken, zorgen dat iets gebeurt):

laten
de dokter laten komen
iem iets laten weten

4. laten (niet doen, nalaten):

laten
hij kan het roken niet laten
wil je dat weleens laten!

5. laten (overlaten, achterlaten):

laten

la·ten2 <liet, h. gelaten> [latə(n)] VERB mod Aux

2. laten (mogelijkheid):

laten

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski