Übersetzungen für „kreeg“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

kreeg VERB

kreeg 3. Pers Sg Imperf van krijgen

Siehe auch: krijgen

krij·gen <kreeg, h. gekregen> [krɛiɣə(n)] VERB trans

krijgen

bekommen

krijgen

kriegen ugs

krijgen (ontvangen; ook)

erhalten

krijgen (met inspanning verkrijgen)

ergattern ugs

krijgen (grijpen, pakken; ook)

fassen

iets af krijgen

mit etw fertig werden

argwaan krijgen

Argwohn schöpfen

het benauwd krijgen

Beklemmungen bekommen

het benauwd krijgen übtr

es mit der Angst zu tun bekommen

bericht krijgen (nieuws)

die Nachricht bekommen [o. erhalten]

bericht krijgen (uitsluitsel)

Bescheid bekommen

iets cadeau krijgen

etw geschenkt bekommen [o. kriegen]

je krijgt de groeten van …

viele Grüße von …

de indruk krijgen form

den Eindruck gewinnen

dat goed is niet meer te krijgen (artikel(en))

diese Ware ist vergriffen

kinderen krijgen

Kinder bekommen [o. kriegen]

ik kreeg het koud/warm

mir wurde kalt/warm

een slechte naam krijgen

in Verruf geraten

naam krijgen als schilder

sich Dat als Maler einen Namen machen

een prijs krijgen

einen Preis bekommen [o. erhalten]

we krijgen regen

es gibt Regen

ruzie krijgen

in Streit geraten

slaap/trek krijgen

schläfrig werden/Appetit bekommen

het huis krijgt een verfje form

das Haus wird frisch gestrichen

verkering krijgen met iem

jdn kennenlernen

ervan langs krijgen ook übtr

eins draufbekommen [o. draufkriegen]

ik krijg er iets van

da wird man ja verrückt

een wet erdoor weten te krijgen

ein Gesetz durchzubringen wissen

praatjes krijgen

eine große Klappe schwingen

een zaak rond krijgen

eine Sache unter Dach und Fach bringen

wat zullen we nou krijgen!

was ist denn jetzt los!

iem zover krijgen dat …

jdn dazu bringen, dass …

geen woord uit iem krijgen

kein Wort aus jdm herausbekommen [o. herauskriegen]

iets voor mekaar [o. elkaar] krijgen

etw fertigbringen

iets voor mekaar [o. elkaar] krijgen

etw hinkriegen ugs

Beispielsätze für kreeg

het leger kreeg versterking

das Heer bekam Verstärkung

ik kreeg een klapband

mir platzte ein Reifen

hij kreeg het ijskoud

ihm wurde eiskalt

hij kreeg levenslang

er bekam lebenslänglich

de ramp kreeg enorme afmetingen

die Katastrophe nahm gewaltige Ausmaße an

hij kreeg 20 euro extra

er bekam 20 Euro extra [o. zusätzlich]

ik kreeg het koud/warm

mir wurde kalt/warm

eindelijk kreeg ik de man mee

endlich konnte ich den Mann zum Mitkommen bewegen

ik kreeg geen aansluiting met hem

ich bekam keinen Anschluss bei ihm

ze kreeg een schot in het been

sie bekam einen Schuss ins Bein

hij kreeg een onvoldoende cijfer voor Duits

in Deutsch bekam er die Note ‘mangelhaft’ [o. ‘ungenügend’]

de jongen kreeg een lift naar Berlijn

der Junge wurde bis Berlin mitgenommen

ik kreeg een hartgrondige hekel aan hem

er wurde mir zutiefst zuwider

hij kreeg een ongenadig pak voor zijn broek

er bekam eine tüchtige Tracht Prügel

op zijn enquête kreeg de onderzoeker weinig respons

der Forscher erhielt nur wenig Rückmeldung zu seiner Umfrage

de regering kreeg het vertrouwen van de Kamer

das Parlament sprach der Regierung das Vertrauen aus

hij kreeg de verf niet van de deur af

er bekam die Farbe nicht von der Tür ab

hij kreeg op zijn falie en niet zo zuinig ook

er kriegte den Hintern versohlt und zwar nicht zu knapp

ik kreeg er wat van [o. van] dat gezeur

ich hatte die Nase voll von dem Geschwätz