Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: deed , eed , weet , wees , weer , week , wee und werd

werd VERB

werd 3. Pers Sg Imperf van worden¹, worden²

Siehe auch: worden , worden

wor·den2 <werd, i. geworden> [wɔrdə(n)] VERB Aux (ter aanduiding van de lijdende vorm)

wor·den1 <werd, i. geworden> [wɔrdə(n)] VERB mod Aux

1. worden (in de genoemde toestand raken):

wee1 [we] SUBST nt geen Pl (smart)

weer1 [wer] SUBST f geen Pl (weerstand)

wees1 <wezen> [wes] SUBST m

eed <eden> [et] SUBST m

2. eed (nadrukkelijke belofte):

eed
Schwur m
eed

deed VERB

deed 3. Pers Sg Imperf van doen², doen³

Siehe auch: doen , doen , doen

doen3 <deed, h. gedaan> [dun] VERB trans

6. doen (bereizen, bezichtigen):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski